kinderen & jongeren

Samid (16): “Slapen? Dat lukt me eigenlijk niet.”

Het verhaal van een Marokkaanse jongere op de vlucht

In de gemeenschapsinstelling van Everberg werden sinds begin 2021 al 42 niet-begeleide minderjarigen opgevangen. Een van hen is Samid. Hij vluchtte op 9-jarige leeftijd uit zijn geboorteland Marokko op zoek naar een beter leven. Begin oktober werd hij door de jeugdrechter toevertrouwd aan De Grubbe.

Met gescheurde jeansbroek en een strak T-shirt dat veel te koud is voor de tijd van het jaar lacht Samid zijn tanden bloot. Maar achter zijn lach schuilen verhalen die 16-jarigen zoals hij niet zouden mogen meedragen. “Merci”, fluistert hij meermaals. De dankbaarheid om zijn verhaal te mogen vertellen, dat iemand naar hem luistert, is groot.

Negen jaar is Samid wanneer hij beslist zijn familie te verlaten. Zijn papa, een soldaat, is gestorven. De andere kinderen in het gezin hebben de kans om te studeren, maar er is te weinig geld om ook Samid die kans te gunnen. Hij vertrekt op weg naar een beter leven, zonder de veilige haven en de knuffels van mama. Hij trekt Marokko door en probeert meermaals ‘s nachts - al zwemmend of in kleine bootjes - de Spaanse enclave Melilla te bereiken. In tussentijd slaapt hij in portieken van appartementsgebouwen, schooit om eten bij voorbijgangers en probeert kleine klusjes te versieren in cafés en restaurants.

“Hier in de instelling hebben we zijn vluchtroute samen overlopen”, vertelt begeleidster Najat. “Op Google Street View toonden we hem de straten waar hij jarenlang rondhing. Zijn ogen fonkelen dan als hij herkenningspunten zag: de douches op het strand bijvoorbeeld, waar hij zich af en toe kon wassen.” Ver buiten de stad was er een opvangcentrum: “Maar dan geraak je niet op tijd terug om ’s nachts met de vele andere vluchtelingen op een bootje te springen”, vertelt Samid. “We slapen overdag op het strand, zwerven rond in de stad en ’s nachts wagen we de overtocht.”

In De Grubbe trekt hij zich vaak terug om te tekenen en te schilderen. Een opvallend schilderij met hoge bergen en wuivende palmbomen kleurt zijn sobere kamer. Op de voorgrond: de zee en een uitgeputte gedaante die zich met zijn laatste krachten aan een stuk drijfhout vastklampt. “Het is een jongen die uit dezelfde wijk komt als ik. Ik kwam hem tegen toen we de oversteek naar Melilla probeerden te maken. Zijn bootje kantelde door de golven. Hij is er niet geraakt.”

Samid haalde Melilla wel, maar kreeg daar te maken met een nieuwe uitdaging: de oversteek naar het Spaanse vasteland. “Na een tijdje wisten we dat de honden onze lichaamsgeur konden herkennen. Ik verstopte me in vrachtwagens en vermeed me te wassen zodat ik stonk naar olie en benzine. Bij de laatste vrachtwagen klampte ik me vast onder een reservewiel, een bout stak net achter mijn nek en ik kon urenlang niet bewegen. Toen de boot in beweging kwam en de zee overstak, kon ik het amper geloven. Toen we aankwamen in Spanje spartelde ik me uit mijn hachelijke plekje en kwam kijken vanonder de vrachtwagen. ‘Buenos dias!’, riep ik naar de politieagenten, vol blijdschap dat ik eindelijk Europa had bereikt. Ze schrokken en pakten me meteen mee naar een centrum.”

Wanneer hij aankomt in Spanje is Samid ongeveer 14 jaar. Maar wat het einde van een lange tocht zou moeten zijn, is het startpunt voor nieuwe omzwervingen. Waar, wanneer of hoe… Het zijn vragen waar Samid niet altijd een antwoord op kan geven. Wat wel duidelijk is: veel mensen menen het niet goed met hem en zijn lotgenoten. “In de centra hangen louche figuren rond. Ze beloven jonge jongens als ik geld, 100 euro bijvoorbeeld, in Marokko is dat goed voor een maandloon. Zoveel geld krijg je in een opvangcentrum nooit. Om dat te verdienen, moet je een zakje afleveren. Met hasj, of iets anders. Voor je het weet, zit je in de knel. Je droomt van al dat geld, maar je weet niet wat je op het spel zet.” Ook met medicatie worden kwetsbare jongeren verleid: ze raken verslaafd aan Rivotril en Lyrica en raken afhankelijk van hun leveranciers. “Die pillen zijn echt een probleem. Je kan ze hier in België gewoon in de apotheek kopen, ze kosten bijna niets. Daar moet echt iets aan gedaan worden. Je bent jezelf niet meer als je die pillen neemt. Je steelt en weet niet meer wie je bent of wat je doet.”

In Brussel wordt Samid opgepakt en komt hij in Everberg terecht. “Slapen? Dat lukt me niet. Iedereen hier weet dat dat een probleem is voor mij, alle opvoeders. Als ik alleen ben dan begin ik te piekeren. Overdag ben ik bezig en dan gaat het wel. Maar als ik ga liggen en alleen ben met mijn gedachten, begin ik te denken. Tot vijf uur lig ik dan wakker, zie ik alles opnieuw voor mijn ogen gebeuren. Ik praat tegen het plafond en denk bij mezelf ‘Ben ik nu gek?’.”

Maar Everberg gaf ook opnieuw wat licht aan het leven van Samid. “Toen hij hier toekwam, had hij een telefoonnummer van zijn mama”, vertelt begeleider Ymke. “Toen we dat belden, bleek het nummer niet meer in gebruik. We hebben toen samen met Samid heel Facebook afgezocht naar mensen die bij hem in de buurt woonden in Marokko. Na lang zoeken vonden we iemand in zijn straat, die persoon is toen naar zijn mama gelopen en heeft ons een nieuw nummer doorgestuurd. Nu heeft Samid via WhatsApp weer contact met zijn mama, broers en zussen. Als ze elkaar zien, is het altijd een heel hartelijk contact.”

Tot slot vragen we Samid of hij zijn mama alles verteld heeft over zijn tocht: “Nee”, antwoordt hij meteen. “Ze zou zich zoveel zorgen maken als ze hoorde wat ik allemaal heb meegemaakt. Dat wil ik haar niet aandoen. Ik probeer haar te sparen, want ze heeft al genoeg aan haar hoofd. Als ik haar bel zeg ik altijd: ‘Alles is goed, mama, ik zit hier in een centrum en heb eten en mijn eigen bed.’ Tot ik ophang. De tranen waartegen ik vocht tijdens het telefoontje rollen dan over mijn wangen. Ik zit helemaal alleen op een strand, omgeven door niets of niemand.”