welzijn & zorg

‘Elke dag, elke telefoon die wij krijgen, is anders’

Achter de schermen bij het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht
31.08.2018
Foto's
Bob Van Mol

Het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht (VCET) volgt mensen op die onder elektronisch toezicht worden geplaatst en een enkelband moeten dragen. Hoe gaat dat precies in zijn werk? Weliswaar sprak met Tommy Thienpont. Hij zorgt al dertien jaar voor de monitoring van mensen met een enkelband.

 

“Mijn collega’s en ik zorgen voor de opvolging van alarmen”, vertelt Tommy. “Mensen onder elektronisch toezicht hebben een uurrooster waaraan ze zich moeten houden, en wij volgen dat op. Het uurrooster hangt af van de veroordeling: mensen in voorhechtenis staan bijvoorbeeld onder gps-toezicht. Dat betekent dat zij hun woning niet mogen verlaten, tenzij ze in het kader van het gerechtelijk onderzoek naar de raadkamer moeten, of voor een politieverhoor. Wij volgen hen dan op via het gps-signaal.”
“Mensen die veroordeeld worden tot een straf van minder dan drie jaar mogen hun woning volgens het standaard uurrooster tussen 8u en 12u wel verlaten, bijvoorbeeld om werk te zoeken of om boodschappen te doen. Wij kunnen dat uurrooster wijzigen als dat nodig zou zijn voor hun job, of omwille van andere gegronde redenen. Wie veroordeeld is tot een straf van meer dan drie jaar en een enkelband draagt, stelt samen met een justitieassistent een uurrooster op waarbij bekeken wordt op welke uren de woning verlaten kan worden om bijvoorbeeld te gaan werken, te sporten, …”
“De mobiele eenheid die de enkelbanden bevestigt, installeert een modem in het huis van de veroordeelde. Zij maken ook een plattegrondplan van de woning en bepalen hoe ver de persoon die de enkelband draagt zich van de modem mag verplaatsen. Deze modem geeft ons een signaal wanneer veroordeelden zich niet aan de afspraken houden. In dat geval nemen wij contact op met de persoon die de enkelband draagt om te bekijken wat er fout loopt. Dat verhaal analyseren we met de objectieve elementen uit ons controlesysteem en deze informatie leggen we voor aan de directie, die beslist of de politie wordt ingeschakeld en de justitiabele geseind wordt.” 

Moeilijke telefoons 

“Onze job is heel gevarieerd en uniek”, vervolgt Tommy. “Elke dag, elke telefoon die wij krijgen, is verschillend. Momenteel staan er ongeveer duizend mensen onder elektronisch toezicht; we hebben veel contact met mensen en horen heel veel verschillende verhalen. Soms mogen we goed nieuws brengen, wanneer we mensen bijvoorbeeld mogen bellen dat ze een vrijstelling krijgen en hun enkelband niet meer moeten dragen. ‘Nu al?’, zeggen die dan soms. ‘Ik was juist zo goed bezig!’ (lacht)”
“Maar we maken ook minder fijne dingen mee. Soms bellen we met mensen die geseind staan en meegenomen worden door de politie. In zo’n geval gebeurt het dat we kinderen horen op de achtergrond. Dat is pijnlijk. We zien veel probleemsituaties: wat met de kinderen, met de huisdieren van die mensen? En we brengen ook geregeld slecht nieuws: wanneer mensen hun straf verlengd wordt, worden wij weleens uitgescholden.”
“We moeten ook regelmatig bellen met anderstaligen. Het is niet gemakkelijk om via de telefoon te communiceren met mensen die alleen Pools, Turks of Roemeens spreken. Het VCET kan in principe beroep doen op een tolkendienst, maar in real time is dat technisch niet haalbaar. We moeten soms met handen en voeten iets uitleggen.”

Werken in shiften

“Mijn collega’s en ik werken in een continusysteem van 24u/24u, zeven dagen op zeven. We hebben een vroege shift van 6u tot 14u, een dagshift van 8u tot 16u, een late van 14u tot 22u en een nachtshift van 22u tot 6u. Daarnaast hebben we op weekdagen een nachtpermanentie, tijdens het weekend is er 48 uur permanentie. We werken met 23 collega’s op de dienst monitoring. Om de week wisselen we van shift en naargelang de noden en behoeften wordt er een jaarplanning opgemaakt.” 
“Begin dit jaar verhuisden we naar een nieuwe locatie, omdat het huurcontract van onze vorige locatie afliep. De nieuwe locatie is moderner en aangenamer, en we werken dichter bij het station. Dat is handig, gezien de uren waarop we werken.”