welzijn & zorg

'Van chique villa's tot caravans: enkelbanden vind je overal'

Op pad met de mobiele eenheid van het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht
13.07.2018
Foto's
Bob Van Mol

De medewerkers van de mobiele eenheid van het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht (VCET) zijn elke dag onderweg om enkelbanden aan te brengen of los te maken. Dat doen ze volgens nauwkeurige instructies bij mensen die onder elektronisch toezicht staan en om technische problemen op te lossen. Weliswaar trekt er een dag op uit met Bart* (27), die met 4,5 dienstjaren bijna tot de anciens behoort. 

Bart is meestal alleen op pad. Dat vindt hij het grootste voordeel van zijn job, vertelt hij wanneer we van Brussel naar Limburg rijden. “Ik heb veel vrijheid, het voelt een beetje alsof ik mijn eigen baas ben. Ik ben de hele dag op de baan, in mijn eigen wereld, en ik kom overal: van gigantische villa’s tot verloederde caravans.” 
Hoewel Bart absoluut geen doetje lijkt en in het verleden judo, taekwondo en krav maga (close combat) beoefende, is hij af en toe weleens bang. “Ik krijg soms te maken met agressie. Zo installeerde ik ooit een enkelband bij een vrouw. Haar familie was talrijk aanwezig en kreeg het tijdens de installatie enorm lastig. Ze dreigden ermee om mij of een van mijn collega’s neer te steken bij een volgend bezoek.”
 “95% van de installaties van enkelbanden verloopt zonder problemen”“Zulke zaken meld ik natuurlijk aan mijn directie. Bij agressieve personen zijn we extra voorzichtig. Dan gebeurt de installatie bijvoorbeeld door twee collega’s. We krijgen ook geregeld opleidingen over hoe we moeten omgaan met agressie en weerstand, of over hoe we klantgericht kunnen communiceren. Maar vaak gaat het ook wel vlot. 95% van de installaties verloopt zonder problemen.”
Een villa in het groen
Bart belt aan bij chique Limburgse villa. Een beleefde veertiger opent de deur en geeft ons een hand. Hij weet waarvoor we komen. 
De woonkamer is ruim en licht, op tafel staan orchideeën in volle bloei. “Dit is de bewakingsbox”, zegt Bart en wijst naar een toestel met een telefoon en een modem. “Die vangt radiosignalen op wanneer u de woning verlaat. Als u buiten uw uurrooster toch naar buiten gaat of als er problemen zijn, nemen mijn collega’s contact met u op. Met deze box bent u dag en nacht bereikbaar.” De man knikt. 

Zijn uurrooster laat hem toe te gaan werken, daarbuiten mag hij vier uur zijn huis verlaten voor boodschappen of vrije tijd. Bart wijst naar de grote, perfect onderhouden tuin. “Op de uren dat u binnen moet zijn, mag u niet in de tuin.” De man knikt opnieuw. Hij was al op de hoogte. 
Bart informeert de man over hoe de box verder precies werkt. Om de installatie te testen, moet hij met zijn enkelband in de verste hoeken van alle kamers van de woning gaan staan. Op die manier kan Bart bepalen hoe ver hij zich van de modem mag begeven. 
Intussen komt een vrouw de keuken binnen met boodschappen. “Ik woonde in het buitenland”, zegt de man. “Ik ben nu tijdelijk ingetrokken bij mijn ouders.” Zijn moeder glimlacht beleefd. 
Hoe zijn ouders met zijn straf omgaan? “Ze hebben begrip voor mijn situatie”, zegt hij. “Ze doen niet moeilijk. Ik krijg voor het eerst een enkelband. Ik moet hem één maand dragen. Ik heb vrede met deze straf en ik heb ook spijt van mijn daden. Al vind ik dat ik toch zwaar gestraft wordt, want ik heb geen crimineel verleden.” 
“De komende maand ga ik vooral lezen, misschien wat meer sporten”, vervolgt hij als Bart klaar is. “Voor de rest ga ik zoals anders naar mijn werk. Mijn baas is op de hoogte. Ik ga nu mijn straf uitzitten, ik heb geen plannen. Ik zie wel wat de toekomst brengt.”
Uiterst voorzichtig
“Normaal gezien geef ik mensen geen hand”, zegt Bart als we weer in de auto zitten. “Niet om onbeleefd te zijn, maar sommige mensen zijn een open boek. Die vertellen dan soms dat ze syfilis of tbc of zo hebben. Ik krijg ook regelmatig koffie aangeboden, maar die weiger ik altijd. Ik ben constant op mijn hoede.”
“Als ik koffie krijg aangeboden, weiger ik die altijd. Ik ben constant op mijn hoede”“Ik ga ook nooit met mijn rug naar de mensen toe staan. En hoewel ik een grote hondenliefhebber ben, wil ik geen grote honden om me heen. Ook slangen, schorpioenen en vogelspinnen moeten van mij achter glas. Want mensen proberen ons op die manier soms schrik aan te jagen.”
Het ergste dat Bart ooit meemaakte? “We zien soms schrijnende toestanden. Ik vind het altijd verschrikkelijk als daar kinderen bij betrokken zijn. Ik zag ooit een klein kind in een heel smerig huis spelen met de uitwerpselen van een hond. Van deze job word je op een bepaalde manier wel hard, maar van zoiets breekt mijn hart. Zo’n zaken meld ik ook aan de directie, die zorgt voor de verdere afhandeling. Dan kan bijvoorbeeld de sociale eenheid ingeschakeld worden, zodat er bijstand komt.”
“Maar het is natuurlijk niet alleen maar kommer en kwel. We maken ook leuke dingen mee. Ik kom regelmatig in kraaknette huizen en word vaak beleefd ontvangen. Meestal weet ik ook niet welke misdrijven of feiten de mensen die ik ontmoet pleegden, tenzij ze het mij spontaan zelf vertellen.”
Uit de gevangenis
We stoppen in een rustige straat. Bij een arbeiderswoning blaft een herdershond. “Hier moeten we zijn”, zegt Bart. Een vrouw van in de zeventig komt de tuin in. “Zijn jullie bang van honden?” Bart schudt zijn hoofd. “Maar ik wil wel dat u die hond bijhoudt.”
Binnen wacht een veertiger, die verschillende keren in de Hasseltse gevangenis zat. De laatste keer zat hij er 2,5 jaar. Nu is hij aan het einde van zijn straf en krijgt hij voor het eerst een enkelband. Omdat hij geen job heeft, krijgt hij het standaard uurrooster en mag hij zijn woning enkel verlaten tussen 8u en 12u. “Ik vind deze straf wel oké”, zegt hij. “Ik heb de gevangenis meegemaakt, ik kan me makkelijk aanpassen.” Hij aait de hond, die niet van zijn zijde wijkt en zich braaf naast hem neervlijt. 
“In het verleden had ik problemen met drugs. Nu ben ik eerder een weekendgebruiker”, zegt hij. “Geen heroïne of zo, alleen soft- en partydrugs. En af en toe een joint.” 
Bart heeft intussen problemen met de installatie. Hij haalt een andere box uit de auto en test de installatie. De moeder van de man komt de keuken uit en wijst naar de machine. “Dit geeft toch geen problemen met de pacemaker van mijn man?” Bart stelt haar gerust. “Maar je raakt deze box best niet aan. Ook niet om ze af te stoffen. Als er iets mis is met het toestel, krijgen wij daar onmiddellijk bericht van.” 
“Ik ga wat klussen in huis nu ik thuis zit”, zegt de man als we klaar zijn. “Verder wil ik alleen met de hond gaan wandelen, anders wordt ze veel te dik. Over 30 dagen mag mijn enkelband er weer af. Dan ga ik op zoek naar werk.” Als Bart hem zegt dat hij met een enkelband ook mag werken, schudt hij zijn hoofd. “Dan start ik al met problemen. In het verleden was ik lasser, ik werkte aan zware constructies. Ik wil terug beginnen met een schone lei.”
Ook Bart heeft verstand van lassen, hij studeerde metaalbewerking. “Waar je veel geld mee kan verdienen als lasser”, zegt hij, “zijn boorplatformen.” De man lacht. “Ja, da’s waar. Of werken aan grote constructies in Saoedi-Arabië. Werken, eten en slapen. Op zich is dat niet zoveel anders dan het leven van een werkmens hier.”
“Ik heb spijt van mijn daden. Ik heb mijn straf bijna uitgezeten en wil mijn ouders rust gunnen. Ze hebben al genoeg meegemaakt”“Ik heb spijt van mijn daden”, zegt hij als we vertrekken. “Ik heb mijn straf bijna uitgezeten en wil mijn ouders rust gunnen. Ze hebben al genoeg meegemaakt.” Hij geeft ons een hand. We wensen hem succes. 
100% spijt
Als we aanbellen bij onze laatste stop opent een meisje van ongeveer vijftien de deur. Haar broer, die vijf maanden in de gevangenis zat en die dag een enkelband krijgt, is in zijn kamer. We wachten tien minuten tot hij verschijnt. Hoewel de collega’s van Bart een afspraak maakten voor de installatie van zijn enkelband, heeft hij in eerste instantie geen idee waarvoor we komen. Zijn ogen staan wazig, hij lijkt onder invloed. 

Op de vraag of de man zijn identiteitskaart kan tonen, haalt hij zijn schouders op. “Die vind ik niet meer.” Bart vertelt dat hij dan vandaag nog, zo snel mogelijk, naar de gevangenis moet voor vingerafdrukken, zodat hij toch geïdentificeerd wordt. 
“Je hoeft niet zenuwachtig te zijn”, zegt Bart als hij de enkelband aanbrengt op het trillende been van de man. “Sorry mijnheer,” antwoordt hij beleefd, “ik nam juist medicatie”. Bart stelt hem op zijn gemak. “Rustig maar. Zenuwen zijn nergens voor nodig.”
Bart controleert de enkelband met de man in alle ruimtes van het huis. De tafel in de woonkamer ligt bezaaid met schoolboeken en markeerstiften. Het zusje van de man zit midden in de examens. 
“Het is de eerste keer dat ik een enkelband krijg”, zegt de man als Bart klaar is. “Mijn straf zou eindigen in 2020, maar ik heb eigenlijk geen idee hoe lang ik een enkelband moet dragen.” Bart omcirkelt het telefoonnummer van zijn collega’s bij het VCET. “Hier kan je naar bellen als je vragen hebt.” De man heeft spijt van zijn daden. “100% spijt”, benadrukt hij. 
“Hoe geraak ik nu in de gevangenis?” vraagt hij wanneer we vertrekken. “Ik heb geen vervoer.” “De gevangenis ligt op drie kilometer van hier”, antwoordt Bart. Te voet is dat een half uur.” Wanneer we wegrijden, wandelt de man het huis uit. Naar de gevangenis, veronderstellen we. “De directie van het VCET volgt nu nauwkeurig op of mijnheer effectief vingerafdrukken laat nemen”, zegt Bart. 
Elke dag is anders
Of Bart zelf een grote voorstander is van elektronisch toezicht? “Met een enkelband kunnen een aantal gestraften zich zeker beter integreren in de maatschappij. Mensen kunnen hun straf zo uitzitten met hun familie en kinderen om zich heen, ze kunnen weer terug gaan werken en zich nuttig voelen.” 
“Geen enkele dag is hetzelfde, dat vind ik zo leuk aan mijn werk”, zegt Bart als we afscheid nemen. “Ik ben niet gemaakt voor een bureaujob. Maar ik heb wel een uitlaatklep nodig, daarom sport ik veel. Ons team is ook heel hecht, mijn collega’s en ik praten veel over de dingen die we meemaken. En elke vrijdag gaan we na het werk samen iets drinken. We kunnen allemaal bij elkaar terecht.”

*Bart is een schuilnaam.

Meer lezen over elektronisch toezicht? Begin september brengt Weliswaar er een dossier over, zowel in het magazine als online. Wil je op de hoogte gehouden worden wanneer het zover is? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief