

Lotte over haar eerste jaar verpleegkunde
“Ik heb absoluut de juiste keuze gemaakt”, besluit Lotte Pintens na haar eerste academiejaar. “Verpleegkundigen bieden niet alleen een helpende hand, ze zijn ook de steun en toeverlaat, of ze staan klaar voor een knuffel of een babbel.”

Lotte zag zichzelf als eerstejaars in rechten of criminologie. Met haar verslaving aan misdaadseries kon dat gewoon niet anders. Onderzoeken, moorden oplossen: dat zou gewoon haar job worden. Tot de dag dat Moemoe, Lottes overgrootmoeder, in het ziekenhuis belandde. “We gingen haar toen vaak bezoeken. Ik ontdekte dat verpleegkundigen een supermooi beroep hebben. Verplegen betekent veel meer dan fysieke verzorging, het gaat niet alleen over mensen wassen en eten geven. Tegelijk viel het me op hoe intens het verplegend personeel met procedures bezig was. Het leek wel of de sleur er dik in zat. Ze hadden amper nog de tijd om een praatje te slaan. Alsof ze op automatische piloot werkten.” Dat zette Lotte aan het denken. “Ik besefte dat ik ook graag zieke mensen wilde ondersteunen. Niet enkel lichamelijk, maar ook mentaal en emotioneel. Misschien kon ik het beroep op termijn mee in die richting vormgeven?”
Van recherche naar de zorg
Was het een roeping? Geen idee. De passie voor crimi’s bleef, maar het plan om rechercheur te worden verdween en maakte plaats voor een nieuwe droom, in de zorg. Met haar diploma Latijn-Moderne talen in de hand treinde Lotte in september vorig jaar van Willebroek richting Leuven, om aan de Hogeschool UC Leuven-Limburg met de opleiding verpleegkunde te starten. Wat volgde, was een jaar dat nog beter liep dan verwacht. “Het beeld dat je gewoonlijk van een hogeschool of universiteit hebt, is een aula vol studenten die urenlang naar proffen luisteren. Maar dat komt niet overeen met de realiteit”, weet Lotte. “Of toch niet met hoe het er in verpleegkunde aan toe gaat.”
Hoe dan wel? “Onze opleiding biedt enorm veel variatie. Je krijgt zowel theorie als praktijk en je loopt stage.” Lotte vindt die combinatie ideaal. “Het ene onderdeel vult het andere aan. We hadden bijvoorbeeld een practicum rond infusietherapie. Daarna volgde theorie over het bloed. Door de praktijkervaring kun je de theorie veel beter kaderen. Onze docenten doen er ook alles aan opdat we het zouden snappen. Ze willen dat we de leerstof echt begrijpen. Ze hebben een heel open geest en zijn heel hard gefocust op het welzijn van de student.”
Liefde en respect
“Ik ben er nog meer van overtuigd dat ik de juiste keuze heb gemaakt”, besluit ze aan het einde van haar eerste academiejaar. Ze spreekt in superlatieven, over de lessen, over haar docenten, over haar medestudenten. Maar wat maakt de job van verpleegkundige nu juist zo onbetaalbaar? “Op een bepaald moment tijdens mijn stage moest een patiënt zijn familie verwittigen. Hij zou niet die dag, maar de dag nadien naar huis mogen. Daarvoor was gewoon een telefoontje nodig. Ik heb daarbij geholpen. Ik kreeg een knuffel en een polleke. Zoveel liefde en respect: daar doe je het voor.”
“Het is een kunst om als verpleegkundige aandacht te hebben voor wat de zieke wél nog zelf kan.”
Lotte hoort nog regelmatig haar klasgenoten uit de humaniora. Twee van hen studeren vandaag rechtspraktijk. “Als ik hun verhalen hoor, over stapels boeken en nachten blokken, dan weet ik dat ik 200% achter mijn beslissing sta.”
Haar beeld over verpleegkundigen dat ze tijdens de bezoeken aan haar Moemoe kreeg, heeft ze intussen moeten corrigeren. “De verpleging ziet er vaak streng uit en lijkt soms vooral bezig met processen, maar je moest eens weten wat er allemaal ‘achter de schermen’ gebeurt. Als bezoeker krijg je maar een deel van het plaatje. Verpleegkundigen doen veel meer dan je denkt. Ze zorgen de klok rond voor patiënten. Ze bespreken hun toestand meermaals per dag. Ze zijn niet enkel de helpende hand, maar ook de toeverlaat voor een knuffel of een babbel.”
Fladderen door het ziekenhuis
Waar ze zichzelf over vijf jaar ziet staan? Lotte: “Ik hoop dat mijn bachelor dan achter me ligt en dat ik bezig ben aan mijn bachelor-na-bachelor of master.” En als ze aan het beroepsleven denkt? Wil ze dan werken met bepaalde groepen of voor specifieke instellingen? “Ik zou heel graag een vlinder in het ziekenhuis zijn, een persoon die van de ene afdeling naar de andere fladdert en helpt waar ze kan. Want iedereen heeft recht op zorg, los van leeftijd, sociale klasse of culturele achtergrond.”