welzijn & zorg

“De diversiteit van de zorgzame buurten is hun grote kracht”

De VVSG over Zorgzame Buurten

De VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten) was al lang voor de start van het project Zorgzame Buurten bezig met buurtgerichte zorg. Ze stelden een visienota met acht bouwstenen op die als kader dienden voor de 132 projecten die uiteindelijk gerealiseerd werden. Dany Dewulf zit in het consortium van de projecten Zorgzame Buurten en Tine De Vriendt maakt deel uit van het stakeholdersoverleg.

“Lokale besturen zijn een heel belangrijke partner in een zorgzame buurt”, steekt Tine De Vriendt van wal. “Als je volgens de principes van een zorgzame buurt wil werken, moet je het verband leggen met mobiliteit, ruimtelijke ordening en de leefbaarheid in de wijken. Dan is het heel logisch dat de lokale besturen in veel van deze projecten de trekker zijn.” “En waar lokale besturen geen trekker zijn, is het vaak een lokaal dienstencentrum, een voorziening voor mensen met een beperking, of een burgerinitiatief dat de leidende rol op zich neemt”, vult Dany Dewulf aan. “Om succesvol te zijn, is het nodig dat die samenwerken met het lokaal bestuur, bijvoorbeeld om de mobiliteit van ouderen van en naar het woonzorgcentrum te garanderen. Ook op andere levensdomeinen is het lokale bestuur een kritische succesfactor: vrijetijdsbesteding, lokale handel, de korte keten, cafeetjes waar buurtbewoners elkaar ontmoeten. De initiatiefnemer heeft nooit alles in handen. Een goede en complementaire samenwerking, ook met de eerstelijnszone, is noodzakelijk om de juiste zorg en ondersteuning te kunnen aanbieden aan inwoners die daar om vragen.”

Tine De Vriendt (VVSG): “Zorgzame buurten zijn een werk van lange adem. Ze werken preventief en innovatief, en dat is moeilijk om in een klassieke financiering te gieten.”

Het project Zorgzame Buurten loopt nu twee jaar, en werd recent voor een jaar verlengd. “Dat is zeker een goede zaak”, vindt Tine. “Zo gaat de dynamiek die gecreëerd is niet meteen verloren. Met de nieuwe Vlaamse Regering zullen we moeten proberen naar een structureel beleid te gaan dat ingebed is en linken heeft met alle beleidsdomeinen. Zowel voor lokale besturen als partners is het nog niet helemaal duidelijk wat de toekomst in petto heeft. Hoe gaan de zorgzame buurten verbonden worden met het woonzorgdecreet, met de lokale dienstencentra, maar ook met ‘één gezin één plan’ en een geïntegreerd breed onthaal? Dat zijn initiatieven die gelijkaardige doelen nastreven. Idealiter wordt er een kader gecreëerd waardoor maatwerk mogelijk is. Lokale inbreng is hier heel belangrijk. Zorgzame buurten zijn een werk van lange adem. De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin gaf een boost met de 132 bijkomende projecten, maar we hopen op een langetermijnbeleid met structurele financiering op termijn. Zorgzame buurten werken preventief en innovatief, en dat is moeilijk in een klassieke financiering te gieten.”

Dany Dewulf (VVSG): “Om succesvol te zijn, is het nodig dat die partners samenwerken met het lokale bestuur.”

“Moeten er extra middelen gevonden worden, of moeten we de bestaande stromen herbekijken en misschien ook meer regionaal financieren en niet enkel sectoraal?”, vraagt Dany zich af. “Naast zorg en ondersteuning gaat het ook over stadsontwikkeling of dorpsmanagement. Dat vergt een integrale aanpak. Zo kan een zorgzame buurt bijdragen aan nabije zorg maar ook aan meer veiligheid, minder schooluitval en ervoor zorgen dat mensen in kwetsbare posities makkelijker werk vinden en houden. Dat is het strategisch belang van die zorgzame buurten.”

“De diversiteit van de projecten is mooi om te zien”, besluit Dany. “En die diversiteit betekent hun grote kracht. Daarom is er nood aan een kader, dat geen keurslijf aan regels mag zijn. We willen lokale initiatiefnemers de autonomie geven om aan de slag te gaan met de noden van de buurt, op maat van de buurt.”