welzijn & zorg

Zelf zorg kopen

Het nieuwe decreet Persoonsvolgende Financiering (PVF)
22.08.2016
Foto's
Bob Van Mol

Geld maakt niet gelukkig. Maar wie met een beperking leeft, heeft wel geld nodig om zelfstandig en onafhankelijk te kunnen leven. Dankzij het decreet Persoonsvolgende Financiering, dat dit jaar in werking treedt, zullen steeds meer mensen een budget krijgen waarmee ze zelf zorg kunnen inkopen.

Bijna twintig jaar geleden is het al: de dag waarop het leven van Charlotte Roggen (33) in één klap veranderde. “Ik ben geboren met een aangeboren afwijking aan mijn nek, een vernauwing van mijn ruggengraat, waardoor ik altijd al wist dat ik niet mocht vallen. Dan zouden de gevolgen heel zwaar zijn. Op mijn veertiende gebeurde het toch. Ik maakte een lelijke val in de badkamer en raakte verlamd aan armen en benen. Ik moest anderhalf jaar revalideren, maar ik wist meteen ook dat ik verder wilde. Ik herinner me nog dat ik toen zei dat ik ‘in geen honderd jaar’ zou dubbelen op school, want ik wilde in dezelfde klas als mijn vriendinnen blijven. Ik was dus heel optimistisch en beet door. Tijdens de zware revalidatie bleef ik naar school gaan. Examens maakte ik in het ziekenhuis. En ik heb het gehaald. Met veel hulp van mijn ouders, mijn zus, vrienden en familie. En dankzij Taxi Hendriks, gespecialiseerd in rolstoelvervoer. Ik heb zo vaak heen en weer moeten rijden.”

PAB: de verlossing

Na de middelbare school wilde Charlotte psychologie studeren, aan de UGent. “Ook dat lukte nog met de hulp van lieve vrijwilligers. Mijn oom heeft me bijvoorbeeld heel vaak naar Gent gebracht. En ook mijn zus en vriendinnen kwamen regelmatig te hulp. Maar toch bleef ik enorm afhankelijk. Als er tijdens een tussenuur niemand beschikbaar was, stond ik daar. Ik kreeg ook hulp van een verpleegkundige die geregeld langskwam. Maar als je dringend naar het toilet moet, kun je niet altijd wachten tot op het juiste moment. Ik ben letterlijk voor alles afhankelijk van anderen. Om naar buiten te gaan, maar ook om op mijn hoofd te krabben (lacht). Tijdens dat eerste jaar aan de universiteit ging studeren erg moeizaam. Voor de meeste studenten is het vanzelfsprekend dat ze notities nemen, samenvattingen maken, belangrijke woorden markeren met een fluostift. Als ik op mezelf aangewezen ben, kan ik alleen staren naar mijn cursus.” Na een jaar aan de universiteit kwam de verlossende boodschap: Charlotte kreeg een Persoonlijk Assistentiebudget (PAB). “Dat kwam toen net uit de experimentele fase en ik was een van de gelukkigen die er vanaf het begin bij konden zijn.”

Nu ook werkgever

Vanaf dat moment veranderde er veel voor Charlotte. “In het begin had ik een deeltijdse assistent, maar dat evolueerde al snel naar een voltijdse. Ineens had ik van acht uur ’s ochtends tot vijf uur ’s avonds een assistent. Die deed heel veel voor mij: me naar de les brengen en weer ophalen, helpen met studeren, me bijstaan tijdens mijn stages, geregeld ook ’s avonds en in het weekend samen eens op stap gaan. Nu kan ik tenminste volmondig ‘ja’ zeggen als ik uitgenodigd word voor een feestje. Ik hoef niet meer te twijfelen of ik iemand bereid vind om me te begeleiden. Met mijn budget betaal ik mijn vrijheid.”

Intussen werkt Charlotte deeltijds als therapeut. “Ik voel me veel autonomer dan vroeger, niet meer constant afhankelijk van anderen. Al zal het nooit 100% toereikend zijn. Overdag kom ik niets tekort en ook ‘s avonds en in het weekend kan ik regelmatig leuke dingen doen. Maar een hele zaterdag vol plannen is meestal onmogelijk. Al hoor je mij niet klagen. Mijn PAB verrijkt mijn leven.” Er zijn natuurlijk ook nadelen verbonden aan zo’n budget. “Mensen staan er niet altijd bij stil, maar ik ben ook een werkgever, met alle verantwoordelijkheden die daarbij horen. Gelukkig helpt mijn moeder me met mijn administratie. Ook is het niet altijd makkelijk om goede assistenten te vinden. Dat was bij mij gelukkig meestal geen probleem. Ik hoop echt dat ik een leven lang kan blijven rekenen op mijn budget.”

Persoonsvolgende Financiering: van aanbod- naar vraaggestuurd

Het aantal mensen met een PAB, zoals Charlotte, steeg de afgelopen jaren aanzienlijk: van 1.728 in 2009 tot 2.788 in 2015. En de komende jaren zullen steeds meer mensen kunnen genieten van de autonomie die Charlotte Roggen beschrijft, want het decreet Persoonsvolgende Financiering (PVF) treedt in werking. Kort samengevat zal de Vlaamse zorg voor mensen met een
beperking niet langer aanbodgestuurd zijn, maar vraaggestuurd. Het budget van minister Vandeurzen gaat dus niet meer naar voorzieningen, maar naar mensen.

Zij krijgen zelf de regie van hun leven in handen, in de vorm van een budget (cash of met vouchers) waarmee zij zelf zorg kunnen inkopen. Voorafgaand bestaat er Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH): iedereen die een beperking heeft, krijgt een aantal ‘punten’ die besteed kunnen worden aan begeleiding, dagopvang of overnachtingen.


Tegen 2020 zouden 8.000 mensen dit moeten krijgen. Daarnaast
kan een aantal mensen een Basisondersteuningsbudget krijgen (BOB): een maandelijks forfaitair bedrag van 300 euro. Tegen 2020 zouden 20.000 mensen zo’n BOB moeten krijgen.


Wie met deze ondersteuningsmaatregelen niet voldoende heeft, kan ten slotte een Persoonsvolgend Budget (PVB) aanvragen, dat in de cashvorm sterk vergelijkbaar is met het PAB van vandaag. Daarmee kan je intensieve zorg inkopen. Tegen 2020 zullen 50.000 mensen hiervan kunnen gebruikmaken. In totaal zullen er tegen het eind van
deze legislatuur 78.000 mensen hulp krijgen, vandaag zijn dat er ruim 48.000.