welzijn & zorg

"Niet alleen de grote verbouwingen tellen"

Zorginfrastructuur als sleutel tot agressievermindering
29.04.2024
Foto's
Jan Locus

Een goed ontworpen zorgomgeving kan agressie drastisch verminderen en vrijheidsbeperkende maatregelen overbodig maken. Inspectierondes tussen 2016 en 2018 toonden aan dat ongeschikte faciliteiten effectieve preventie soms belemmeren. Als antwoord hierop lanceerde het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) in 2018 een subsidieprogramma ter ondersteuning van zorgvoorzieningen bij het aanpassen van hun infrastructuur. Dit initiatief, al ondersteund door vier projectoproepen, streeft naar een veiligere zorgomgeving voor iedereen.

“In de periode 2016-2018 vond er een thematische inspectieronde plaats, die peilde naar het beleid rond vrijheidsbeperking en de concrete toepassing ervan in de voorzieningen. Zorginspectie onderzocht op welke manieren vrijheidsbeperking voorkomen werd en hoe voorzieningen het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen evalueerden”, vertelt Els Bogaert, bouwtechnisch adviseur bij VIPA.

Bogaert legt uit hoe inspecties tussen 2016 en 2018 onthulden dat veel voorzieningen worstelden met ongeschikte infrastructuur, wat een doeltreffend preventief beleid in de weg staat. "Zorginspectie stelde vast dat patiëntenkamers werden gebruikt om mensen af te zonderen met gesloten deuren, wat noch veilig, noch comfortabel was", licht Bogaert toe. “Bovendien bleek er een tekort aan alternatieve strategieën om agressie te voorkomen, zoals het bieden van alternatieve vluchtwegen of het vermijden van prikkels om escalatie van agressie te minimaliseren.”

“Ervaringen met afzondering, fixatie en dwangmedicatie kunnen bovendien erg traumatisch zijn. Vaak voelen mensen zich achteraf verslagen, vernederd of machteloos. Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn zelden de beste oplossing. Er bestaan heel wat alternatieven met een minder ingrijpende impact, die de voorkeur verdienen.”

Preventie staat centraal

De vaststellingen van Zorginspectie leidden tot actie. In het najaar van 2018 keurde de Vlaamse Regering een besluit goed dat het voorzieningen waar minderjarigen verblijven mogelijk maakt om doelgerichte aanpassingen te doen aan hun gebouw ter preventie van agressie en vrijheidsbeperking, met behulp van subsidies van VIPA. In 2023 volgde er een uitbreiding, waardoor ook dagopvangvoorzieningen en sectoren gericht op volwassenen van deze financiële ondersteuning kunnen genieten.

Ivan De Boom, afdelingshoofd bij VIPA, legt de achterliggende gedachte van het subsidieprogramma uit: "Naar aanleiding van de inspectierondes besloten we als overheid actief in te zetten op dit gebied. Daarom hebben we onder andere de intersectorale werkgroep rond vrijheidsbeperkende maatregelen in het leven geroepen en is dit subsidiemechanisme ingevoerd. Het werkt ondersteunend als we niet alleen verwachtingen scheppen, maar de sector ook de middelen bieden om deze verwachtingen te realiseren.”

VIPA stelt criteria vast waaraan projecten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor subsidies. Het primaire doel is het voorkomen van agressie en escalatie, waarbij de voorgestelde maatregelen een duidelijke vertaling moeten zijn van de werking rond preventie. “Een goed doordacht en hoogwaardig projectvoorstel, afgestemd op de behoeften van de doelgroep, is cruciaal. Daarvoor verwachten we onder andere een uitgewerkte kostenbegroting en duidelijke grondplannen. Louter een concept indienen is niet voldoende. Dit verschilt aanzienlijk van onze standaard VIPA-subsidies, waarbij we samen met de voorziening een uitgebreid traject met meerdere overlegmomenten over langere tijd doorlopen”, vertelt Bogaert. “Ook belangrijk is dat het project duidelijke voordelen biedt voor de doelgroep zelf, en niet enkel voor het personeel.” De subsidie is bedoeld voor beperkte en gerichte aanpassingen aan de infrastructuur. "Voor grootschalige projecten zoals totaalrenovatie, uitbreidingen of nieuwbouw, kunnen voorzieningen nog altijd beroep doen op reguliere VIPA-subsidies", legt Bogaert uit.

"Het zijn niet alleen de grote verbouwingen die tellen. Soms maken de kleine, gerichte aanpassingen een wereld van verschil," benadrukt Bogaert. “Voorbeelden van preventieve infrastructurele maatregelen die door VIPA worden gefinancierd, zijn het herinrichten van afzonderingskamers naar comfortrooms, waarbij de deur nooit op slot gaat en de persoon zelf kiest om zich terug te trekken. Ook een grote hulp zijn alternatieve plekken waar mensen stoom kunnen aflaten, zoals een boksring, fitnesstoestellen of buitenspeeltuigen. Bovendien kan een groene omgeving waar mensen tot rust komen door natuurbeleving een groot preventief effect kan hebben op agressie. In dit kader werken we samen met de collega’s van het Agentschap Natuur en Bos om kwaliteitsvol welzijnsgroen te realiseren.”

Meer dan infrastructurele aanpassingen

Om de effectiviteit van deze projecten te meten en te evalueren, vraagt VIPA aan voorzieningen om één of twee jaar na realisatie een zelfevaluatie op te stellen. Hierin wordt gevraagd of het project de visie rond preventie van agressie en vrijheidsbeperking in de organisatie heeft veranderd, en of er meetbare data beschikbaar zijn, zoals het aantal interventies of medicatiegebruik. "Deze zelfevaluatie helpt ons inzicht te krijgen in de impact van onze subsidie en of de doelstellingen rond preventie en het bieden van humane zorg worden behaald", concludeert De Boom.

"Met dit subsidieprogramma willen we meer dan alleen infrastructurele oplossingen bieden. Het doel is om voorzieningen grondig na te laten denken over hun aanpak van preventie rond agressie en het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen", legt De Boom uit. "We zien dit als een essentiële stap naar het creëren van een veiligere en meer ondersteunende omgeving, zowel voor de cliënten als voor het personeel. Door middel van zelfevaluatie hopen we dat voorzieningen niet alleen reflecteren op wat er al bereikt is, maar ook op wat nog verbeterd kan worden. Dit proces is cruciaal voor het ontwikkelen van een duurzaam preventiebeleid dat echt bijdraagt aan de kwaliteit van zorg en het welzijn van alle betrokkenen."

Veel aandacht naar agressiebeleid

Eén van de voorzieningen die gebruik maakt van dit subsidieprogramma is Steevliet vzw. Deze organisatie biedt een thuisbasis aan kinderen wiens ouders tijdelijk niet in staat zijn om voor hen te zorgen. "Veel van de kinderen die wij ondersteunen kampen met aanzienlijke pijn en verdriet en dragen een zware rugzak met zich mee", legt algemeen directeur Jan Artois uit. "Agressie is vaak een onvermijdelijke uiting van deze gevoelens. Wij zijn dan ook intensief bezig met het ontwikkelen van een doeltreffend agressiebeleid. Ons doel is om deze agressie adequaat te reguleren, zodat onze interventie niet te ingrijpend is."

"We hanteren een strikt beleid waarbij we geen kinderen afzonderen zonder dat dit vooraf is overeengekomen, behalve als de veiligheid van het kind echt in het geding is", verduidelijkt Artois. "Bij kinderen die regelmatig agressief gedrag vertonen, stellen we samen met de ouders en het kind duidelijke afspraken op. Zo begrijpt het kind dat er momenten zijn waarop we moeten ingrijpen. Dit maakt de noodzaak van specifieke ruimtes en benaderingen duidelijk."

Flexibel inspelen op behoeften

“Bij de eerste subsidieaanvraag heeft ons pedagogische ondersteuningsteam nauwkeurig onderzocht wat er speelt in de verschillende leefgroepen, welke vormen van agressie vaak voorkomen, wat de agressie precies uitlokte en welke interventies effectief zouden kunnen zijn. We streven naar het behoud van een positief leefklimaat en implementeren daarom gerichte interventies om deze sfeer te handhaven”, vertelt Artois.
“Na een hele denkoefening hebben we toen de keuze gemaakt om onze speeltuin te vernieuwen. Sommige onderdelen waren losgeraakt. We merkten dat dit de kinderen aanmoedigde om hierop te kloppen en te schoppen. Dankzij subsidies van VIPA hebben we de speeltuin getransformeerd tot een meer kindvriendelijke plek, verrijkt met meer zand en natuurlijke elementen. We kozen bewust voor duurzame, stevige materialen zoals hout. Deze vernieuwde speeltuin biedt de kinderen nu de mogelijkheid om in een veilige en natuurrijke omgeving hun energie op een positieve manier te gebruiken.”
Volgens Artois bieden de verschillende subsidieoproepen de mogelijkheid om flexibel in te spelen op behoeftes. “Bij elke projectoproep kunnen we goed nadenken over wat we echt nodig hebben, zonder overhaaste beslissingen te maken. Hulpverlening is immers een dynamisch proces waarbij inzichten zich voortdurend ontwikkelen. Wat vandaag nodig is, kan morgen veranderen. Sinds ons eerste project in 2019 hebben we duidelijke veranderingen en groei gezien. Zo hebben we bijvoorbeeld geleerd dat onze tuin niet voor elk kind even geschikt is, hoewel hij veel voordelen biedt.” 

Knuffelen met ezels

Steevliet zet ook sterk in op dierentherapie. “Dierentherapie biedt een unieke en veilige manier voor kinderen om hun gevoelens te uiten, vooral wanneer ze moe zijn van te veel praten. We hanteren daarbij de BLAD-methodiek: begeleiden met assistentie van dieren. Tijdens de sessies gebruiken we dieren als een spiegel om gesprekken te voeren die indirect met de kinderen zelf te maken hebben”, legt Artois uit. “Daarom hebben we gekozen om onze paddock te optimaliseren en onze stal-omgeving te vernieuwen. Het geheel hebben we met subsidies van de tweede projectoproep omringd door een avontuurlijke en natuurrijke zone, met onder andere een kamp en een waterpartij.”

Geitjes en alpaca's lopen vrij rond in deze ruimte, wat bijdraagt aan een rustgevende sfeer waar kinderen en therapeuten samen tot rust kunnen komen. “Hier praten we met de kinderen over wat ze nodig hebben en wat hen kalmeert wanneer ze boos zijn. Ook knuffelen met de ezels is bijvoorbeeld een geliefde activiteit. De boerderij is niet alleen een therapeutisch centrum, maar ook gewoon een kinderboerderij”, vertelt Artois.

Van TAVA-ruimte naar snoezelruimte

Voor het vierde project besloten ze bij Steevliet om afscheid te nemen van hun TAVA-ruimte. Zo’n TAVA-ruimte is ontworpen om een veilige, controleerbare omgeving te bieden waar iemand tot rust kan komen of tijdelijk van zichzelf beschermd kan worden. Deze ruimtes zijn vaak uitgerust met zachte wanden en zonder scherpe randen om letsel te voorkomen. Het gebruik en doel van TAVA-ruimtes kunnen variëren van therapeutische interventies tot bescherming, maar is ook omstreden.

“Toen we een TAVA-ruimte beschikbaar hadden, merkten we dat deze vaker werd gebruikt dan bedoeld. Oorspronkelijk was het idee achter de TAVA-ruimte juist dat de aanwezigheid ervan zou helpen om deze niet te hoeven gebruiken. Het bestaan van de ruimte bood weliswaar rust, maar het leidde uiteindelijk toch tot frequenter gebruik, tegen de afspraken in. Bovendien merkten we dat kinderen begeleiden naar de TAVA-ruimte vaak aanleiding gaf tot nog meer agressie. Daarom hebben we besloten de TAVA-ruimte te verwijderen en opnieuw in te richten als snoezelruimte.”

Een snoezelruimte is een ontspannende omgeving bedoeld om rust en comfort te bieden. Deze kamers zijn uitgerust met zachte verlichting, aangename geuren, en rustige geluiden om kinderen en jongeren te helpen ontspannen. Je vindt er vaak zachte kussens, interessante texturen en kalmerende muziek, allemaal ontworpen om de zintuigen op een positieve manier te stimuleren. “Hier kunnen kinderen zich vrijwillig terugtrekken om tot rust te komen en te ontprikkelen”, zegt Artois. 

“Doordat we nu beschikken over verschillende alternatieven, hebben we de afzonderingsruimte kunnen afschaffen. We gaan er anders mee om. We hebben een vrijheidsbeperkend middel omgezet in een middel dat net agressie voorkomt”, aldus Artois.

Ontladingsprogramma’s

Voor de laatste projectoproep concentreert Steevliet zich weer op de buitenruimte. “Voor kinderen met een agressieproblematiek hebben we ontladingsprogramma’s ontwikkeld. Hierbij helpen we hen om agressie te beheersen door vooraf te bespreken hoe ze kunnen omgaan met opkomende gevoelens van frustratie. Deze ontladingsruimtes bevinden zich zowel binnen als buiten. Binnen is er een speciale kamer of onze snoezelruimte. Buiten hebben kinderen de vrijheid hebben om in de frisse lucht tot rust te komen”, vertelt Artois. “We zitten hier in een mooi domein, midden in de natuur. Gezien de uitgestrektheid van ons terrein, willen we hier een veilige, open looproute zonder obstakels creëren, die voldoende privacy biedt en waar de kinderen toch niet uit het oog verloren kunnen worden. Deze route is ontworpen in een lusvorm met hout en natuurlijke materialen en zal kinderen laten kiezen hoe zichtbaar ze willen zijn.”