welzijn & zorg

'Ik heb heel diep gezeten'

Bieke is student én mantelzorger
26.08.2022
Foto's
Bob Van Mol

Studerende jongeren zijn niet de eersten met wie je de term ‘mantelzorg’ associeert. Maar ze zijn er, en met velen. Het nieuwe mantelzorgplan moet hun situatie verbeteren.

“En toen kwam plots het besef: dat ben ik! En, ik ben blijkbaar niet alleen.” Bieke Baete herbeleeft het moment dat haar leven veranderde. “Ik studeerde orthopedagogie en we kregen een gastles over mantelzorgers. Tot dan toe associeerde ik die term met een persoon van middelbare leeftijd die voor een zieke, bejaarde ouder zorgt.” Maar plots werd het Bieke duidelijk dat ook zij een – weliswaar veel jongere - mantelzorger was. En dat die andere studenten, wier vinger eveneens de lucht inging en waarmee ze al zo lang de aula deelde, in dezelfde situatie verkeerden.

Kantoorjobke

Al zolang Bieke het zich kan herinneren, kampt haar papa met longproblemen. Biekes moeder overleed toen Bieke pas negen was. “Vanaf dan was het wij, met ons tweetjes”, vertelt ze. “Doordat we toen geen uitgebreid netwerk hadden, kwam de zorg voor papa volledig op mij terecht. Iets wat ik met veel liefde deed.” In de lagere en middelbare school hield Bieke zich op de achtergrond, slechts een paar leerkrachten waren op de hoogte van haar situatie. Of beter: ze kwamen er toevallig achter. Omdat Bieke bijvoorbeeld niet had kunnen studeren voor een toets, doordat haar papa naar het ziekenhuis moest. “Maar dan nog kreeg ik het gevoel dat ze vaak niet begrepen wat er precies gaande was en welke impact de zorg voor papa op mijn studies, maar ook op mijn sociaal-emotioneel welzijn had.” Bieke besefte toen zelf niet dat ze een mantelzorger was. “Anders had ik alles beter kunnen kaderen en had ik vast op meer begrip kunnen rekenen, van vrienden en van leerkrachten.” Want nu voelde Bieke zich schuldig als ze niet mee kon op een uitstapje. Ze voelde zich verdrietig, omdat ze geen pasklaar antwoord had toen een leerkracht vroeg of haar papa dan niet gewoon een kantoorjobke kon doen. 

Bieke Baete, jonge mantelzorger: “Het geeft een enorme rust als je ongeveer weet waar je staat.”

Haar Aha-beleving had Bieke pas toen ze al halfweg haar studies orthopedagogie zat, tijdens een lezing van Benedicte De Koker. Zij is coördinator van het onderzoekscentrum 360° Zorg en Welzijn (HOGENTt) dat onderzoek doet naar studerende mantelzorgers. “De HOGENT heeft een hele geschiedenis in het onderzoek naar mantelzorg, maar het is pas recent dat we daarbij ook naar onze eigen studenten kijken.” Die beslissing kwam er op basis van internationale lectuur die de impact van mantelzorg op zowel de studieresultaten als het welzijn van de studenten aantoonde. Tegelijk bleek uit een onderzoek van de hogescholen Vives en Howest dat 17 procent van hun studenten een mantelzorgrol opneemt.

Wake-up call

De Koker spreekt over een ‘echte wake-up call’, waarop de HOGENT startte met onderzoek en sensibilisering, zowel onder studenten zelf, als onder studiebegeleiders en lectoren. “We peilden naar de bekendheid van jonge mantelzorgers bij de lectoren. We nodigden studerende mantelzorgers uit om tijdens groepsgesprekken ervaringen te delen. Daarnaast boden we workshops aan rond verschillende topics zoals zelfzorg, in samenwerking met Steunpunt Mantelzorg.” Zo kwam ook Bieke erachter dat ze een jonge mantelzorger was en daardoor recht had op een bijzonder statuut. Benedicte De Koker: “Het statuut ‘uitzonderlijke individuele en sociale omstandigheden’ geeft je meer flexibiliteit in situaties waar ‘verplichte aanwezigheid’ geldt en de mogelijkheid om deadlines te verplaatsen.” Klinkt goed, maar toch doen nog lang niet alle jonge mantelzorgers er een beroep op. “We stellen vast dat de beschikbaarheid van het statuut er niet automatisch voor zorgt dat het ook wordt gebruikt. De geringe bekendheid onder studenten speelt zeker, maar ook ander factoren wegen. Sommige studenten geloven dat de zorg die ze opnemen, ‘niet zwaar genoeg’ is om het statuut aan te vragen. Anderen zijn bang dat er op een verkeerde manier met vertrouwelijke informatie zal worden omgegaan. We moeten niet enkel inzetten op de bekendmaking van het statuut maar ook op de realisatie van een zorgvriendelijk hogeschoolklimaat.”

Copiloot

Bij Bieke gaf de coronacrisis de doorslag om met haar verhaal naar buiten te komen. “Ik zat in mijn laatste jaar orthopedagogie. Na een hele tijd afstandsonderwijs, werden we in Flanders expo in de aula verwacht voor examens. Maar ik leefde samen met twee heel kwetsbare mensen, mijn vader en zijn ernstig zieke vriendin. Ik was er totaal niet klaar voor om weer met iedereen samen les te zitten en heb toen heel diep gezeten. Ik contacteerde Benedicte en zij begreep me. Ze zag waarom ik helemaal in paniek was en heeft contacten gelegd in HOGENT, in het bijzonder met de dienst Studentenvoorzieningen die mijn statuut geregeld hebben. Zonder haar had ik echter niemand gecontacteerd. Mantelzorg is een heel private aangelegenheid. Bovendien wilde ik mijn diploma niet krijgen op basis van mijn thuissituatie, maar wel door mijn kwaliteiten.” Dat laatste is volgens Benedicte ook iets waar lectoren zeker van mogen zijn. “De vraag naar ondersteuning van jonge mantelzorgers is een legitieme vraag die de professionaliteit absoluut niet in de weg hoeft te staan. Integendeel, onderzoek toont aan dat jonge mantelzorgers vaak een hogere maturiteit hebben .”

Sinds die bewuste dag in de aula voelt Bieke zich een stuk minder geïsoleerd. “Ik ben niet de enige die naar huis gaat en voor iemand anders moet zorgen.” Het moeilijkste voor een studerende mantelzorger zijn volgens Bieke niet de extra taken an sich, maar wel de extra mentale belasting die ze met zich brengen. “Kleine dingen stapelen zich op. En als je dan moet blokken…” Bovendien is de informatie rond mantelzorg zeer versnipperd, waardoor mensen vaak niet weten waar te beginnen. “Het geeft een enorme rust als je ongeveer weet waar je staat en hoe je de dingen moet aanpakken. En als je dat niet weet, mag je niet bang zijn om hulp te vragen.” Daar is Bieke intussen zeker van. “Je bent misschien gewoon om de last alleen te dragen, maar de coronacrisis heeft ons geleerd dat we tot veel in staat zijn voor anderen. Schaam je dus niet om een copiloot in te schakelen.”