welzijn & zorg

Gewoon mens mogen zijn

Netwerk tegen Armoede viert twintigste verjaardag
26.05.2023
Foto's
Jan Locus

Het Netwerk tegen Armoede, dat zijn twintigste verjaardag viert, ondersteunt de 61 Vlaamse verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen. “Het is een stap vooruit dat zeven extra verenigingen erkend werden. Maar we staan ook voor enkele grote uitdagingen”, vertellen algemeen coördinator Heidi Degerickx en stafmedewerker Cindy Van Geldorp.

Het Netwerk tegen Armoede werd opgericht in 2003, toen het Vlaamse Armoededecreet van kracht werd. “Intussen zijn we uitgegroeid tot een netwerk van 61 Vlaamse verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen”, legt Cindy Van Geldorp uit. “We ondersteunen die organisaties en plannen overlegmomenten om te horen wat er leeft bij mensen in armoede. We volgen allerlei thema’s: onderwijs, wonen, werk, vrije tijd of energie. Zo ontstaan er aanbevelingen die we bij het Vlaamse beleid op de agenda proberen te krijgen. We hebben een bereik van ruim 22.000 mensen in armoede.”

“Omdat we aan structurele armoedebestrijding doen, vanuit ervaringsdeskundigheid, maken we het verschil voor een veel grotere groep”, vult Heidi Degerickx aan. “Beleidsparticipatie staat bij ons centraal. We willen dat mensen in armoede hun stem kunnen laten horen over armoedebestrijding. Daarnaast geven we ook veel opleidingen, om de beeldvorming rond armoede te veranderen. Daarmee bereiken we bijvoorbeeld leerkrachten en ambtenaren. Sinds kort zitten er ook heel wat grote bedrijven bij, dankzij ons coachingstraject rond een armoedebewust HR-beleid.”

Geen schijnparticipatie

Het Netwerk telt 61 leden, van wie er intussen 58 een erkenning en bijhorende subsidiëring van de Vlaamse overheid krijgen. “In die verenigingen zie je een grote diversiteit”, vertelt Van Geldorp. “Er zijn er bijvoorbeeld die een sociaal restaurant hebben, of een sociale kruidenier. Dat zijn doorgaans de redenen waarom mensen er terechtkomen. Daarnaast organiseren de verenigingen vaak nog groepsactiviteiten, zodat de leden zich thuis voelen en merken dat ze niet alleen staan. Die laagdrempelige werking zorgt ervoor dat mensen hun verhaal doen en zelf het woord durven te nemen, over allerlei thema’s. Zelf ben ik ervaringsdeskundige en groeide ik op in armoede. Als tiener kwam ik terecht in zo’n vereniging en ik ben daar volledig open gebloeid.”

In de verenigingen zijn er ook heel wat vrijwilligers en sociaal werkers aan de slag. “Wij zijn geen ervaringsdeskundigen, maar medestanders”, vertelt Degerickx. “We spelen een faciliterende rol. We zorgen dat mensen in armoede uitgenodigd worden voor de activiteiten, dat ze zich op hun gemak voelen en dat de sfeer veilig is. We moedigen hen aan om het woord te nemen en mee te denken over belangrijke thema’s. En we trekken altijd met een hele delegatie mensen in armoede naar de ministers. Van ‘schijnparticipatie’ is bij ons geen sprake.”

Maximumfactuur

Op twintig jaar tijd heeft het Netwerk tegen Armoede al heel wat verwezenlijkingen op haar palmares gezet. “We zijn de luis in de pels van het beleid”, glimlacht Van Geldorp. “Neem nu het thema energie. De voorbije jaren hebben we daar ontzettend vaak op gehamerd. Intussen is er veel veranderd. In de winter mag het aardgas niet meer worden afgesloten. Er is elke winter een verwarmingstoelage voor kwetsbare groepen. Er zijn budgetmeters met een minimumlevering aan elektriciteit… Eigenlijk dachten we dat die strijd bijna gestreden was. Maar toen kwam de energiecrisis op ons af, en zijn we sterk beginnen te ijveren voor de uitbreiding van het sociaal tarief.”

Ook onderwijs is een sector waar al veel werk is verzet, legt Degerickx uit. “We hebben lang gestreden voor een maximumfactuur in het basisonderwijs. Dat is een manier om scholen bewust te leren omgaan met kosten. Het stopt ook het opbod van dure uitstappen tussen scholen. Heel belangrijk is dat de kwaliteit van het onderwijs niet achteruitgaat door de maximumfactuur. Dat illustreert hoe we streven naar structurele maatregelen die de hele maatschappij ten goede komen, inclusief gezinnen in armoede. Nu proberen we hetzelfde te bereiken in het secundair onderwijs.”

Geen speciale rechten

En er zijn nog wel wat uitdagingen voor de toekomst, vervolgt Degerickx. “Armoede wordt steeds meer beschouwd als een individueel probleem, waardoor de nadruk verschuift van structurele oplossingen naar empowerment van individuen. Maar armoede kun je niet de wereld uit helpen met louter individuele hulp of ‘flankerende maatregelen’, zoals fruit op school. Er zijn structurele veranderingen nodig, iets waarop wij blijven hameren. Bovendien worden de verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen steeds meer overbevraagd, en dreigt hun rol te verschuiven naar die van dienstverlener. Maar voedselbedeling of trajecten naar werk zijn absoluut niet onze kerntaken. We moeten mee kunnen wegen op het beleid en de stem van mensen in armoede laten horen.”

We eindigen het gesprek met de slagzin van het Netwerk: ‘gewoon mens mogen zijn’. Dat lijkt evident, maar is het helaas niet, besluit Van Geldorp. “Mensen willen volwaardig deel uitmaken van de samenleving. Wij eisen geen speciale rechten voor mensen in armoede, maar basisrechten voor iedereen. Wonen, onderwijs en een leefbaar inkomen bijvoorbeeld, maar ook vrije tijd en cultuur. Dat zijn grondrechten, die bij mensen in armoede nog erg vaak worden geschonden.”

 

>> Het Netwerk tegen Armoede organiseert voor het 20-jarig bestaan een Toekomstcongres op 8 juni. Meer info: www.toekomstcongres.be.