welzijn & zorg

“Naasten moeten telkens opnieuw door die rollercoaster van emoties”

26.01.2024
Foto's
Bob Van Mol

In 2023 startte de eerste lotgenotengroep voor naasten van mensen met seksuele gevoelens of gedrag gericht op minderjarigen. Die contacten zijn vaak erg intens, maar ook heel helpend, vertelt begeleider Alana Schuerwegen.

Hoe is het idee van een lotgenotengroep voor naasten ontstaan?

Alana Schuerwegen, projectmedewerkster Stop it Now!: “We speelden al enkele jaren met dat idee. Stop it Now!, dat in Vlaanderen werd gelanceerd in 2017, is in de eerste plaats gericht op mensen die zich zorgen maken over hun eigen gevoelens of gedrag ten aanzien van minderjarigen. Daarnaast merkten we dat de hulplijn ook geregeld werd gecontacteerd door naasten. Hen konden we dus al een luisterend oor bieden, naast advies en eventueel gerichte doorverwijzing. Dat bleek niet altijd waar ze nood aan hadden. Ze wilden graag hun verhaal en ervaringen delen, maar botsen op onbegrip vanuit de maatschappij. En als ze toch een luisterend oor vonden, voelden ze zich vaak niet helemaal begrepen. Alleen lotgenoten weten echt wat de impact hiervan is. Daarom zijn we eind 2022 gestart met ons naastenproject. Dit bestaat uit een online aanbod, maar dus ook uit lotgenotengroepen.”

Was er meteen veel interesse voor die groepen?

“In mei is de officiële campagne gestart en we hadden toch vrij snel geïnteresseerden. We werken met kleine, gesloten groepen die beperkt zijn in de tijd. Er is een vast aantal sessies met telkens dezelfde deelnemers. Daardoor creëer je een veilige setting. Onze eerste groep is in augustus gestart, in Gent, met vijf deelnemers. Zij komen maandelijks samen en in februari ronden ze af. Onlangs is er ook een tweede groep begonnen, in Antwerpen. Omdat het aantal begeleiders beperkt is, hebben we momenteel een wachtlijst. Vermoedelijk zal er in de loop van 2024 nog een derde groep starten. Wie zich aanmeldt, wordt sowieso uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek, zodat we kunnen inschatten wat de verwachtingen zijn. Zodra er genoeg kandidaten zijn in een regio, gaan we van start.”

Hoe verlopen de bijeenkomsten?

“We beginnen met een ‘check-in’ om te polsen hoe het met alle deelnemers gaat. Meestal krijgen we dan een vrij goed zicht op de gespreksinhoud van de sessie. We hebben een draaiboek gemaakt, maar de meeste input wordt geleverd door de deelnemers zelf. Als begeleider proberen we vooral een veilige setting te creëren en tussendoor wat psycho-educatie te geven, rond risicosignalen bijvoorbeeld. Het uitwisselen van ervaringen blijkt voor de deelnemers de grootste meerwaarde te bieden. Ze voelen vaak voor het eerst dat ze niet alleen staan. Onze groepen zijn ook gemengd. De meeste deelnemers zijn (ex-)partners van mensen die seksuele gevoelens of gedrag hadden gesteld naar minderjarigen, maar er zijn bijvoorbeeld ook ouders bij, volwassen kinderen, broers of zussen. Dat is soms moeilijk, maar anderzijds kan het inspirerend zijn om al die verschillende perspectieven te zien.”

Welke thema’s komen aan bod tijdens de sessies?

“Op aansturen van de deelnemers komen er heel veen thema’s aan bod. Tijdens de eerste sessie ging het bijvoorbeeld over het moment waarop de feiten aan het licht zijn gekomen en welke impact dat had op hun leven. Bij de ‘pleger’ valt er op dat moment vaak een last van de schouders, maar die last wordt voor een deel op de schouders van de naaste gelegd. Doe voelt zich plots sociaal geïsoleerd. Een ander thema dat aan bod kwam, was het feit dat naasten telkens opnieuw op een rollercoaster van emoties terechtkomen wanneer het in de media gaat over seksueel kindermisbruik. Ook jaren de feiten komt dat bij hen nog steeds hard binnen. Bovendien worden ze dan ook altijd geconfronteerd met harde reacties van de buitenwereld, waarbij de nuance helaas vaak ontbreekt.”

Naasten kunnen ook een preventieve rol spelen. Hoe spelen jullie daarop in?

“Als we kijken naar factoren die voor plegers kunnen bijdragen tot herval, dan weten we dat een goede intieme relatie en een ondersteunend netwerk beschermend zijn. Heel wat lotgenoten kiezen ervoor om hun partner, kind, ouder, broer of zus te blijven steunen, ondanks de zware tol. Maar dit mag natuurlijk niet aanvoelen als een verplichting. We mogen de zware last op hun schouders zeker niet minimaliseren. Denk aan veroordelende reacties van de buitenwereld, loyaliteitsconflicten, twijfels over hun eigen veiligheid of die van hun kinderen… Tijdens de sessies is er ook veel aandacht voor het afbakenen van grenzen en zelfzorg.”

Welke reacties kregen jullie al van deelnemers?

“Tijdens de kennismakingsgesprekken vertelden verschillende deelnemers ons dat ze al jaren op zoek waren naar zo’n lotgenotengroep, en dat ze die dus eindelijk hadden gevonden. Er bleek echt wel een nood te zijn. Tijdens de eerste sessie was iedereen vrij zenuwachtig en voelde je dat de deelnemers over een drempel heen moesten om hun verhaal te delen. Maar die drempel verdween snel. De deelnemers gaven aan dat de sessies emotioneel vrij zwaar waren, maar ook dat ze hen hebben geholpen.”

Hoe kijken jullie naar de toekomst?

“We hopen natuurlijk dat we lotgenotengroepen kunnen blijven aanbieden. We hebben nu al een wachtlijst, dus er is duidelijk interesse. In principe loopt de financiering voor dit project eind 2024 af. Hopelijk vinden we nadien verdere financiële ondersteuning, zodat de toekomst van het project verzekerd wordt. Het is zo belangrijk voor naasten dat ze over hun ervaringen kunnen praten en dat ze niet veroordeeld worden. Het maatschappelijke taboe is nog erg groot, helaas, maar beetje bij beetje kunnen we dat doen verdwijnen.”