welzijn & zorg

“Mijn job hielp me om mijn eigenwaarde terug te vinden”

Na een ongeval schoolde Ivan zich om

Als meestergast gaf Ivan Kindt op grote bouwwerven instructies aan zijn mannen, klom hij op stellingen en bestuurde hij grote machines. Maar na een treinongeluk verloor hij beide benen en kwam in een rolstoel terecht. Toch deed het bedrijf er alles aan om Ivan aan boord te houden. “Zeventien jaar ervaring gooi je niet zomaar weg”, zegt CEO Giovanni Vandenborre.

Ivan Kindt ging in 1990 aan de slag bij bouwbedrijf Vuylsteke-Eiffage. Als meestergast leidde hij op werven een groep van een tiental bouwvakkers. Tot hij in 2007 een ongeluk had. Zijn beide benen werden tot net boven de knie geamputeerd. Hij verbleef tien maanden in het ziekenhuis om te leren stappen met prothesen. “Mijn toenmalige leidinggevende liet me kort na het ongeluk al weten dat ik niet moest vrezen voor mijn ontslag. Eerst overwoog hij om mij toch nog als meestergast in te zetten. Toen duidelijk werd dat ik rolstoelafhankelijk zou zijn, ging hij op zoek naar een andere oplossing. Doordat het bedrijf in 2007 in volle groei was, zochten verschillende afdelingen extra mensen. Samen met de bazen besloot ik me om te scholen tot technisch tekenaar.”

“Ivan zit in een rolstoel, maar het is ook niet meer dan een rolstoel”, zegt Giovanni Vandenborre. “Voor ons is Ivan vooral een goede werknemer. Ik vond het vanzelfsprekend dat hij na het ongeluk bij ons zou blijven. Het is belangrijk dat mensen met een arbeidsbeperking kansen krijgen. Dat is als bedrijf onze maatschappelijke taak. Lijden we trouwens tijdens onze carrière allemaal eens niet – zij het dan tijdelijk – aan een of andere beperking? Ik heb thuis drie studerende kinderen. Zij zullen binnenkort de arbeidsmarkt betreden. Hun onervarenheid is hun arbeidsbeperking. Toch hoop ik dat ze een plek zullen vinden waar ze zich kunnen ontwikkelen en de begeleiding krijgen die ze nodig hebben.”

Na de tien maanden revalidatie in het ziekenhuis, volgde Ivan nog eens drie maanden ambulante revalidatie. “Dat betekende dat ik ’s morgens oefeningen ging doen in het ziekenhuis. Na de middag ging ik naar het bedrijf waar ik mijn opleiding tot technisch tekenaar kreeg. Ik had best wat stress voor die nieuwe job, vooral omdat ik gewoon was om veel te bewegen en altijd buiten te zijn. Ik zou nu hele dagen aan een bureau zitten. Maar mijn collega’s hebben me met open armen ontvangen. Ik voelde me er snel thuis en kon mijn ervaring van op de werf gebruiken in mijn nieuwe job”.

Aanpassingen

Toen Ivan opnieuw aan de slag ging, was het bedrijf nog in een oud kantoorgebouw gevestigd. Er was wel een lift, maar geen aangepast toilet. “Met mijn rolstoel moest ik naar het gewone toilet. Dat was heel omslachtig, maar moeilijk gaat ook. Ik was zo blij dat ik nog kon gaan werken, dat ik daar geen probleem van maakte. Me nuttig voelen in de maatschappij en onder de mensen zijn: dat was mentaal heel belangrijk. Maar ik had ook structuur nodig. Als ik iedere dag gewoon thuis zitten, dan zou ik mijn prothesen minder dragen en dan zouden ze na verloop van tijd niet meer zo goed passen.”

 

Rond de periode van Ivans ongeluk had het bedrijf plannen om een nieuw kantoor te bouwen. Die werden aangepast aan zijn noden. Het hele kantoor werd rolstoelvriendelijk gemaakt. “Ik kom zelfstandig met de wagen naar het werk en heb een eigen parkeerplaats dicht bij de ingang. Het gebouw kan ik betreden via een hellend vlak. Tussen de bureaus is er voldoende ruimte voorzien om gemakkelijk met mijn rolstoel te manoeuvreren. Er is een aangepast toilet en alle verdiepingen zijn met de lift bereikbaar. Ik kan hier volledig zelfstandig functioneren. Niemand hoeft mij te helpen.”

Bij Vuylsteke-Eiffage hadden ze geen ervaring met mensen met een fysieke arbeidsbeperking. “Toen Ivan na het ongeluk zou terugkeren was er wel wat onwetendheid”, geeft Vandenborre toe. “Gelukkig kregen we begeleiding van het revalidatieteam. Ze hielpen ons met de administratie en wezen ons op de tegemoetkoming die we van de overheid konden krijgen. Maar ook op vlak van infrastructuur kregen we tips.”

Vicieuze cirkel 

“Ons bedrijf telt een 130 werknemers. Ondertussen hebben we naast Ivan nog drie mensen in dienst met een arbeidsbeperking: twee werknemers zijn doofstom, één medewerker heeft een autismespectrumstoornis. Hun beperkingen zijn minder zichtbaar dan die van Ivan, maar ook voor hen hebben we aanpassingen moeten doen”, legt Vandenborre uit. “De aanpassingen verschillen van case tot case. Maar bovenal moet je – ongeacht de beperking – de juiste mens op de juiste plaats krijgen en ervoor zorgen dat je iemands talenten kan aanboren. Op die manier kan je langdurige samenwerkingen aangaan en loont het om te investeren. Je krijgt er gelukkige, goede en loyale werknemers voor in de plaats.”

“Dankzij mijn job heb ik mijn eigenwaarde en mijn zelfvertrouwen teruggevonden. Doordat ik me hier goed voel, ben ik ook gaan sporten. Ik durf me tonen en uitleven in mijn sportrolstoel. Ik speel ondertussen rolstoeltennis op hoog niveau. Een prestatie waar ik trots op ben. En het is fijn te merken dat mijn collega’s met me meeleven.” Vandenborre beaamt dat: “Ik ben zelf een fervent sporter en volg wat Ivan doet in het tennis. Zijn rolstoel zie ik al lang niet meer. Voor mij is hij een prima werknemer en een volhardende sporter.”