welzijn & zorg

Nabestaanden na zelfdoding

Schuldgevoelens: kwelgeest of metgezel in rouw?
12.10.2015
Foto's
Bob Van Mol

Rouw is zwaar, maar na een zelfdoding is hij anders. De chaos lijkt groter, het gevoel van onmacht en ontreddering, de twijfel aan jezelf en aan de zin van het bestaan zijn heviger, schrijft Liesbeth Gijsbers in haar boek Ik en de verloren ander. Kleine filosofie van rouw en verlangen. Ze geeft op 21 november een lezing op de Dag van de Nabestaanden.

“Alsof ik in scherven viel”, zo omschrijft Liesbeth hoe ze zich voelde na de dood van haar zus Judith. “Het is alsof je leven uit elkaar breekt. In de Joodse traditie zegt men dat je zelf ook een beetje sterft op zo’n moment en dat rouwen een terugkeren naar je leven is. Een terugkeren naar weer heel worden, maar met een litteken dat er altijd zal zitten. Ik herken me daarin.”


Jij kon me niet helpen. Dat is het centrale gevoel dat Renate Dorrestein benoemt in Het perpetuum mobile van de liefde, het boek dat ze schreef over de zelfdoding van haar zusje. Zo voelde ook Gijsbers zich. “Mijn zus had sinds haar tienertijd depressies. Ik wist wat er kon gebeuren en ik wist ook dat ik er voor haar was geweest. Maar hoe vaak mensen ook zeggen dat jij geen schuld hebt aan de beslissing van iemand anders, toch blijf je met die schuldvraag zitten. Ook ik had het gevoel dat ‘jij kon me niet helpen’ Judiths laatste boodschap aan mij was. Iets wat veel nabestaanden herkennen.”

Liesbeth Gijsbers, auteur: “Dankzij de filosofie heb ik geleerd dat ik misschien nooit een antwoord zal krijgen op mijn vragen én dat ik daarmee kan leven.”

Als een steen in een vijver
 

Cijfers zijn zo weinigzeggend. In 2012 overleden in Vlaanderen 1.114 mensen door suïcide. “Elk van die mensen heeft geliefden, familie, vrienden, collega’s. Zelfs hulpverleners en psychiaters worstelen er mee. Judiths psychiater heeft hun laatste telefoontje nog vaak teruggespeeld in zijn hoofd. Ook hij zat met de vraag: Wat heb ik gemist? Die vragen kun je niet negeren. Probleem is dat je ratio niet werkt, op dat moment. Ik voelde me schuldig, maar tegelijk ook heel verdrietig. En soms kwaad.  Ik had ook vragen over mijn eigen leven. Ik kon geen zin ontlenen aan haar dood, dus moest ik op zoek naar iets waar ik mee verder kon.”
 

“De dood van mijn zus heeft me geleerd dat mijn zekerheid op drijfzand gebouwd is. Net daardoor sta ik steviger in mijn schoenen.”

De psychologie bleek Liesbeth geen soelaas te brengen. “De boeken die ik over rouw las hadden het bijvoorbeeld over fases waar ik door moest. Daar herkende ik me helemaal niet in. Ze spraken ook niet over mijn fundamentele vragen.” Dus ging ze opnieuw studeren.  Theologie en geestelijke verzorging vanuit vrijzinnig perspectief. “Ik dacht dat filosofen en theologen me iets zouden bieden waarmee ik de scherven in mijn leven kon lijmen. Zij hebben tenslotte nagedacht over de vraag naar de zin en betekenis van ons bestaan.” En dat bleek ook zo. Vooral de ideeën van Emmanuel Levinas maakten veel duidelijk. Hij stelt dat we geen op onszelf staande wezens zijn, maar in kwetsbaarheid verbonden zijn met elkaar, door liefde en verantwoordelijkheid. Dat laatste is cruciaal bij zelfdoding, het geeft ons dat gevoel van machteloosheid en roept al die ingewikkelde vragen op.

 

Veel vragen, geen antwoorden

 

Het probleem is dat er bij zelfdoding geen antwoorden zijn. We begrijpen vaak het waarom niet. Mensen zijn altijd snel om een uitleg te zoeken. Een depressie, een slecht huwelijk... Maar zo eenvoudig is het niet. Liesbeth Gijsbers: “Ook al was mijn zus vaak zwaar depressief, ze kon ook echt genieten. Ik weet dat ze eigenlijk niet dood wilde, ze wilde gewoon dat het lijden ophield. Het was nooit Judiths bedoeling om anderen verdriet of onrecht aan te doen, net zoals wij haar echt wel hebben willen helpen. Dankzij Levinas heb ik geleerd dat ik misschien nooit een antwoord zal krijgen op mijn vragen, én dat ik daar mee kan leven. Dat is volgens mij cruciaal. In veel afscheidsbrieven staat: ga verder met je leven. Ook in die van Judith. Ik ben daar boos over geweest. Wie was zij om dat te beslissen. Maar door met filosofie aan de slag te gaan, heb ik geleerd dat ik niet in de achteruitkijkspiegel moet blijven kijken. Ik kan vandaag beter omgaan met mysterie, twijfel en onzekerheid. Judiths dood heeft me geleerd dat mijn zekerheden op drijfzand gebouwd zijn, maar daardoor sta ik gek genoeg steviger in mijn schoenen. Ik ben vandaag zachter dan ik voor Judiths dood was. Kwetsbaarder, misschien, maar ik heb ook meer mededogen. Ik heb meer oog voor anderen.”

Liesbeth Gijsbers schreef haar boek Ik en de verloren ander op basis van haar scriptie. “We zijn vandaag in onze rouw net als in de rest van ons leven vrij. Vroeger waren er duidelijke rituelen, soms zelfs afgebakende periodes van rouw. Vandaag moeten we het zelf redden, en dat is soms moeilijk. Dan is begeleiding een goed idee. Begrijp me niet verkeerd, ik vind niet dat rouw een ‘ziekte’ is waarvoor je in therapie moet. Maar ik geloof wel dat het goed is samen met een ander stil te staan bij wat rouw met je doet, en dat je anderen nodig hebt om je leven weer aan elkaar te lijmen. Hoe je dat concreet doet, is voor iedereen anders. In mijn  boek heb ik een – voor mij maar wellicht ook voor anderen – begaanbare weg beschreven, namelijk die langs de filosofie van Emmanuel Levinas.”


>> Liesbeth Gijsbers, Ik en de verloren ander, Kleine filosofie van rouw en verlangen, Meinema, 2014, 128 p. ISBN 9789021143699. €15
>> www.liesbethgijsbers.nl

Wie vragen heeft over zelfdoding kan terecht op www.zelfmoord1813.be of bel 1813.