kinderen & jongeren

In de bres voor de jeugd

De essentie volgens Amir Bachrouri
27.08.2021
Foto's
Stephan Vanfleteren

Amir Bachrouri is sinds begin dit jaar voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad, al was dat niet iets waar hij bewust naar streefde. Hij was wel al een hele tijd actief in verschillende jeugdhuizen. Toen hij op aanraden van anderen zich kandidaat stelde, was het plots zover. “Ik wilde twee jaar later niet spijt hebben dat ik het niet had geprobeerd.”

“Ik ben altijd een fan geweest van het jeugdwerk en ben er een beetje vanzelf ingerold in de regio waar ik woon”, vertelt Amir Bachrouri. “Ik ben lid van verschillende jeugdhuizen in Borgerhout, Deurne, Mortsel, Berchem. Ik doe vrijwilligerswerk en ik volgde een cursus animator. Zo heb ik mensen leren kennen die ik anders nooit had leren kennen, en de meesten zijn nu nog altijd in mijn leven. Het jeugdwerk heeft me veel gegeven. De band met die mensen blijft bestaan en de ervaringen staan in mijn geheugen gegrift.”

Debat en advies

Wat doet zo’n Vlaamse Jeugdraad eigenlijk? “De Vlaamse Jeugdraad is bij decreet opgericht en is een officieel adviesorgaan van de Vlaamse overheid. Als ministers iets beslissen dat een weerslag kan hebben op jongeren, moeten ze eerst langs ons passeren voor een advies”, legt Amir uit. “Wij debatteren dan over dat onderwerp om te bepalen hoe dat een impact op ons kan hebben. We gaan op onderzoek uit en spreken met experten. Dat kan gaan van onderwerpen in het domein welzijn en gezondheid, maar evengoed over milieu en omgeving. Met veel ministers hebben we echt een goede verstandhouding, niet het minst met onze eigen Vlaamse minister van Jeugd, Benjamin Dalle.”

 ‘Door samen te werken komen we er allemaal sterker uit.’
(
Amir Bachrouri, voorzitter Vlaamse Jeugdraad)

Van Overkophuizen tot openbaar vervoer

“De Overkophuizen zijn dit voorjaar fiks uitgebreid. Daar hadden we minister Wouter Beke op voorhand een advies van zo’n dertig bladzijden voor bezorgd: over hoe we de organisatie en de inrichting van die huizen graag gezien hadden voor de jongeren”, legt Amir uit. “We spraken daarvoor met vrijwilligers uit de al bestaande huizen en met jongeren die er al geweest waren, over hoe ze dat ervaren hadden. We noteren daarbij verbeterpunten, maar ook zeker alles wat al goed gaat, zodat dat elders ook toegepast kan worden. Want als het goed gaat, mag het ook wel eens gezegd worden. Dat advies werd heel goed onthaald.” 

Amir Bachrouri, voorzitter Vlaamse Jeugdraad: “Er zijn heel veel onderwerpen die raken aan het leven van jongeren.”
“Naast thema’s als welzijn en gezondheid zijn we ook actief rond onderwerpen als openbaar vervoer en mobiliteit. In een advies over duurzame mobiliteit zoeken we bijvoorbeeld naar mogelijkheden om vlotter met openbaar vervoer op kamp te gaan. De Jeugdraad geeft ook advies over een betere toegang van jongeren tot de arbeidsmarkt, over het belang van de openbare ruimte of de last die een mondmaskerplicht voor mintwaalfjarigen met zich meebrengt. Soms gebeurt het dat we zelf een advies op tafel leggen. Nu werken we bijvoorbeeld aan een advies over de relatie tussen jongeren en de politie, een heel actueel onderwerp. Zoals je ziet raken heel veel zaken aan het leven van jongeren.”
“Er was sprake van dat alle deelnemers aan een kamp verplicht getest zouden moeten worden. Dat verplichte karakter vonden we geen goed idee: het is duur, en praktisch en logistiek is dat allesbehalve eenvoudig te organiseren. Wie gaat al die testen afnemen? En kunnen mensen in kansarmoede dat allemaal nog betalen? Dan kan je al evengoed de kampen afschaffen voor de meest kwetsbaren, die er net het meeste nood aan hebben. Minister Dalle heeft dat ook zo op het overlegcomité gebracht, waarvoor we hem toen publiekelijk bedankt hebben. Hij was hierin een voortrekker en bondgenoot voor ons. Door samen te werken komen we er allemaal sterker uit.”

Vrijheid komt met verantwoordelijkheid

Voorzitter worden in coronatijden is een hele uitdaging. Hoe kwam de Vlaamse Jeugdraad op voor maatregelen die ook passend waren voor jongeren? Ze zeiden vaak het gevoel te hebben vergeten te worden. “In het begin was dat zo”, vindt Amir. “Toen was het de prioriteit om de besmettingen laag houden. Maar aan het einde van jaar was het al de tweede examenperiode in mineur, en kregen we allang afstandsonderwijs. Aanvankelijk vonden veel leerlingen drie weken afstandsonderwijs te kort. Het is maar als je iets niet meer mag, dat je weet wat je mist. Velen wilden snel weer de scholen open. Er werd ons gevraagd dat te relativeren, maar ik vond de noodkreten wel terecht. Studenten begonnen zelf initiatieven te nemen omdat hun mentaal welzijn zwaar getroffen werd. Toen is er wel een belletje gaan rinkelen en werd er meer naar onderwijs en jeugd gekeken. Scholen gingen weer open, de bubbels werden stap voor stap weer groter en we mochten weer iets meer. We gaan dat alles niet meer zo vanzelfsprekend vinden als vroeger.”
In een opiniestuk op VRT NWS riep Amir eerst de jongeren op om zich aan de maatregelen te houden, en kaartte daarna aan dat beleidsmakers ook aan jongeren moeten denken. “Op een bepaald moment waren de besmettingen in Antwerpen heel hoog. We hebben ons een aantal weken echt opgesloten, want we hebben een risicopatiënt in ons gezin, maar na een tijdje was dat bijna niet meer houdbaar. Ik schrok toen in de zomer veel vrienden besmet raakten. Sommigen gedroegen zich echt egoïstisch. Daarom heb ik toen op de website van de VRT opgeroepen om ons als jongeren aan de maatregelen te houden, want anders houdt het geen steek dat we vragen om versoepelingen. Met dat gedrag schieten we onszelf in de voet. Je wil niet later in de spiegel kijken en toegeven: ik had kunnen voorkomen dat mijn oma of vader is gestorven aan covid.”

Klimaat weer snel op de voorgrond

De Vlaamse Jeugdraad werkt in deze periode rond drie thema’s: goed in je vel, gelijke kansen en klimaat. “We zijn nu door corona veel bezig geweest met het eerste thema,” verklaart Amir, “maar klimaat en gelijke kansen beginnen ook stilaan te leven. Klimaat is ook nu toch van belang omdat het ontstaan van corona ook te maken heeft met hoe we met de natuur en onze omgeving omgaan. De drang om iets te doen aan het klimaat is niet weg: vanaf het moment we opnieuw klimaatprotesten mogen organiseren, gaan we dat doen. Want er is nog quasi niks veranderd ondertussen. Het gaat alleen maar over corona, en dat dringt andere thema’s zoals klimaat naar de achtergrond. Hopelijk komt het snel weer op de voorgrond, want het is dringend nodig.”

Lessen voor de toekomst

Wat wil Amir als voorzitter nog bereiken? “Dat is moeilijk te zeggen. Het hangt af van de actualiteit. Mijn voorgangers hebben bijvoorbeeld bereikt dat een aantal zaken uit de GAS-boetes gehaald werden en dat er stemrecht vanaf 16 jaar komt voor de Europese verkiezingen. Ik hoop dat ik ook iets kan verwezenlijken dat bij de mensen blijft plakken. Maar in deze tijden doe ik niet graag voorspellingen. We weten nog niet hoe de samenleving er na corona gaat uitzien.” 
Welke nieuwe gewoontes uit de coronatijden zou hij graag behouden? “Alles wat online kan heeft een opgang gekend. Een gezonde mix van on- en offline is de toekomst, denk ik. Zeker wat betreft kantoorjobs en onderwijs. Van sommige dingen kon je niet voorstellen dat je het zou missen, tot het niet meer mocht: door het park wandelen zonder mondmasker, na middernacht naar buiten kunnen… Iedereen vond dat vanzelfsprekend, tot het niet meer mocht. We moeten de kleine dingen meer appreciëren.”