welzijn & zorg

Hoeveel is genoeg?

Of niet soms?
28.05.2018
Foto's
Bob Van Mol

In zijn column in de Volkskrant rekende huisarts-met-een-mening Joost Zaat onlangs voor hoeveel een levensjaar (qualy) kost volgens het Nederlandse Zorginstituut: 74.000 euro. In België is dat 40.000 euro, maar de factoren van die berekeningen lopen zoals steeds uit elkaar. Het punt is dat het om veel geld gaat en dat elke euro maar één keer kan worden uitgegeven. 

“Tijd dus dat politici, artsen en de maatschappij niet meer weglopen voor de discussie ‘wat mag een jaar goed leven kosten’”, schrijft Zaat. “Dat is effectiever dan werk over de schutting gooien.” De discussie in Nederland laait in elk geval hoog op, getuige de zware publieke ruzies over de terugbetaling van sommige geneesmiddelen. Gezondheid en goede zorg zijn onbetaalbaar. Maar wanneer is genoeg ook echt genoeg? Moet je de extreem dure behandelingen voor weinigen aftoppen om meer te investeren in therapieën die effectief zijn voor zoveel mogelijk mensen?
Niemand bij ons zou het met minder willen doen of de universeel toegankelijke medische zorg schrappen. We willen, net zoals mensen die het gemiddeld met veel minder zorg moeten stellen, steeds meer. In Nicaragua bijvoorbeeld, na Haïti het armste land in Zuid-Amerika, hebben ze ook een vorm van universeel toegankelijke zorg. Het is een rudimentair systeem met centra waar je alles kan laten behandelen – zonder onze peperdure zorginfrastructuur uiteraard. Maar het werkt, in tegenstelling tot pakweg de Verenigde Staten, waar ze nog steeds van universele zorg dromen. Uiteraard maken de mensen in Nicaragua ook ruzie over de rekening. Heel erg zelfs. Toen de regering dit voorjaar aankondigde de sociale bijdragen van de werknemers te verhogen, hen te laten betalen voor de zorgfactuur en de pensioenen te verlagen, brak er een breed protest uit. Dat koste aan minstens 27 mensen het leven. De hervorming werd ingetrokken.
Nicaragua is het land waar de legendarische zaligverklaarde bisschop Óscar Romero in 1980 vermoord werd omdat hij voor de armen opkwam. Sindsdien is de armoede wereldwijd van vorm veranderd, omdat er spectaculair veel mensen uit de armoede zijn getild. Wie achterblijft, krijgt het nog moeilijker dan vroeger. Dat leert ook de werking van de zorg- en welzijnssector in het straatarme Nicaragua. Het feit dat ze er überhaupt een welzijns- en gezondheidssector hebben en dat mensen naar verhouding redelijk worden geholpen, neemt de armoede niet weg. Meer nog: armen krijgen er vaker te maken met ‘welvaartsziektes’ zoals diabetes en kanker. Dubbele pech, want een arme kankerpatiënt moet niet rekenen op een behandeling zoals wij die kennen. Om nog te zwijgen van geestelijke gezondheidszorg: die is er een ramp. Geen wonder dat er heel wat liefdadigheid naar Nicaragua gaat, zoals van de Broeders van Liefde, die er twee centra voor straatkinderen hebben.
‘Steeds meer’ klinkt in zo’n omstandigheden toch heel anders dan bij ons. Ze kunnen daar in Nicaragua gerust nog wel even helemaal niet genoeg zorg hebben. En wij moeten misschien beter leren omgaan met genoeg.