gezondheid

Vitalink test succesvol nieuwe standaard voor gegevensdeling in de zorg op BE.FHIR-A-TON

FHIR staat voor ‘Fast Healthcare Interoperability Resources’. Het is een internationale standaard voor het elektronisch uitwisselen van gezondheidsgegevens. Eind januari werd de nieuwe versie van Vitalink - die volgens deze nieuwe standaard is gebouwd– aan een grondige test onderworpen tijdens de eerste BE.FHIR-A-THON.

Stijn Longin, projectleider Vitalink: “We startten meer dan 10 jaar geleden met Vitalink, een platform om gezondheidsgegevens te delen. Stel je voor: je gaat naar de huisarts en die stelt vast dat je allergisch bent voor een bepaald medicijn. In het weekend ga je naar zee, en kom je onverhoopt in het ziekenhuis terecht. Maar hoe gaat die arts daar dan weten dat jij allergisch bent voor dat medicijn? Als je huisarts dit goed heeft geregistreerd, vindt de arts in het ziekenhuis dit soort informatie gelukkig terug in Vitalink. Maar we doen meer dan dat, ook vaccinaties bijvoorbeeld staan in Vitalink, je medicatieschema of de resultaten van bevolkingsonderzoeken naar o.a. darmkanker of borstkanker. We werken ondertussen ook al lang niet meer alleen voor de eerste lijn, ook heel wat ziekenhuizen zijn met Vitalink geconnecteerd. Veel mensen kennen ondertussen Mijngezondheid.be, Cozo of MyHealthviewer: allemaal platformen die data uit Vitalink tonen.”

Internationale standaard

“Een aantal jaar geleden besloten we met Vitalink en alle andere partners in het Belgische ecosysteem eGezondheid over te schakelen van een Belgische naar een internationale standaard die meer mogelijkheden bood: FHIR (Fast Healthcare Interoperability Resources). Met Vitalink hadden we van bij de start de ambitie om een trekker te zijn in deze overgang, een ambitie die we ook hebben kunnen waarmaken. Vandaag kunnen we dan ook met trots zeggen dat we klaar zijn met onze nieuwe architectuur, niet alleen 100% gebaseerd op FHIR, maar ook gebaseerd op de opgedane ervaringen in het elektronisch delen van gegevens over de afgelopen tien jaar.”

“In de BE.FHIR-A-THON (naar ‘hackaton’, een event waar mensen samenkomen om oplossingen te bedenken voor bepaalde casussen) die we eind januari samen met onze partners in het Belgische ecosysteem eGezondheid organiseerden, kwamen heel wat softwareleveranciers die programma’s maken voor onder andere huisartsen, apothekers en ziekenhuizen twee dagen testen met onze nieuwe Vitalink-architectuur. Het waren complexe testen want niet alleen FHIR is nieuw, maar ook de manier waarop we data beveiligen en hoe gebruikers worden geïdentificeerd is veranderd. Gelukkig hebben we op dit event kunnen bewijzen dat onze nieuwe architectuur werkt.”

Nieuwe mogelijkheden

“Het gebruik van FHIR biedt ons veel meer mogelijkheden. Zo is de data gestructureerd tot op een erg gedetailleerd niveau zodat softwarebedrijven de gegevens makkelijker en meer in detail kunnen opvragen.  De gegevens kunnen duidelijker worden gepresenteerd aan de gebruikers en het wordt makkelijker om het juiste niveau van detail op het juiste moment aan de juiste zorgverlener aan te bieden, ook in mobiele toepassingen. Dankzij het gebruik van een internationale standaard zullen we gezondheidsgegevens eenvoudiger kunnen delen met andere landen, wat belangrijk is wanneer je tijdens je vakantie in het buitenland moet terugvallen op de lokale zorgverlening.”

“We kunnen dankzij FHIR nu ook steunen op internationale expertise bij het vastleggen van standaarden, wat een enorme versnelling betekent bij het ontwikkelen van nieuwe toepassingen. In het Alivia-project bijvoorbeeld, waar we voluit inzetten op geïntegreerde zorgverlening in Vlaanderen, hebben we zo snel standaarden kunnen implementeren voor o.a. zorgplannen, zorgdoelen en levensdoelen.”

Europese landen op één lijn

“Via initiatieven zoals de EHDS (European Health Data Space), legt Europa aan de lidstaten steeds meer op hoe ze veilig en efficiënt moeten omgaan met gezondheidsdata, en dat is een goede zaak. Zo raken we stilaan op één lijn binnen Europa en het zorgt ook voor een versnelling in België. In die richtlijnen wordt vaak verwezen naar de FHIR-standaard, we hebben dus zeker de juiste keuze gemaakt.

“België is best een prima testcase voor het gebruik van deze nieuwe standaard bij het uitwisselen van gezondheidsgegevens tussen verschillende entiteiten: wij hebben immers al heel wat ervaring met het uitwisselen van data tussen Vlaanderen, Brussel, Wallonië, … elk met zijn eigen beleid en accenten, kluizen en databanken. Ook met FHIR is ons doel om ervoor te zorgen dat wanneer iemand verhuist van de ene naar de andere regio, zijn gezondheidsdata vlot mee verhuizen. Wanneer je anderzijds gewoon op vakantie bent in een andere regio wil je natuurlijk dat jouw gezondheidsgegevens ook daar vlot beschikbaar zijn wanneer dit nodig zou zijn. Vandaag doen we dit alles weliswaar ook al, maar in onze nieuwe FHIR-architectuur zal het nog vlotter gaan. En hopelijk is het een opstapje voor het delen van gezondheidsgegevens over de landsgrenzen heen.”