gezondheid

Meer aandacht voor preventie van infecties in woonzorgcentra

Vlaamse overheid ondersteunt waar ruimte voor verbetering is
23.02.2021
Foto's
Bob Van Mol

In de bestrijding van de COVID-19-pandemie vormt de strikte toepassing van de maatregelen inzake preventie van infecties de eerste lijn van verdediging. Dat geldt in de samenleving, dus ook in de woonzorgcentra.

Zorginspectie deed daarom een toezichtsronde in de woonzorgcentra om hen een spiegel voor te houden van de praktijk van hun infectiepreventie, zodat men inzicht verwierf in wat goed liep en wat desgevallend kon worden bijgestuurd, en maakte er een rapport van. Deze toezichtsronde startte in juli 2020, eindigde in december 2020 en omvatte 540 WZC (66 % van 824 woonzorgcentra erkend in Vlaanderen). Deze periode viel tijdens de tweede golf van besmettingen. 
De vaststellingen van deze toezichtsronde tonen een gemengd beeld. Enerzijds is duidelijk zichtbaar dat verschillende aspecten van infectiepreventie aanwezig zijn. Anderzijds tonen de bevindingen ook aan dat er nog ruimte is voor verbetering. 

Geen gewone inspectie

Zorginspectie ging na hoe de maatregelen ter preventie van infecties nageleefd werden. Er zijn daarom geen inspecties doorgegaan in WZC waar er COVID-19-uitbraken waren.
Deze toezichtsronde was geen klassieke inspectie. Enerzijds diende deze toezichtsronde als een spiegel voor elk bezocht woonzorgcentrum. Hoe ziet de dagdagelijkse praktijk van hun infectiepreventie eruit? Daarom ook gebeurden de inspectiebezoeken onaangekondigd. Elk individueel verslag gaf aan welke punten goed liepen en met welke werkpunten het woonzorgcentrum aan de slag kon. Waar er zich meerdere verbeteringen aan de orde waren, werd via de mobiele teams van het Agentschap Zorg en Gezondheid een aanbod gedaan over onder andere vorming rond infectiepreventie, handhygiëne, gebruik van persoonlijk beschermingsmateriaal. 
Anderzijds werden de vaststellingen uit deze toezichtsronde gebundeld in een rapport zodat ze aanleiding kunnen zijn om infectiepreventie structureel te verbeteren

Wastafels en handhygiëne

Verschillende onderwerpen die bevraagd werden tijdens de inspectie gingen over randvoorwaarden die een goede infectiepreventie mogelijk maken. Binnen deze randvoorwaarden vond Zorginspectie grote verschillen. Bijna alle voorzieningen (>90 %) hebben schriftelijke afspraken over infectiepreventie zoals bijvoorbeeld rond contactdruppelisolatie en cohortering. Maar daarnaast werd er in 44% van de WZC een werkpunt geformuleerd omwille van wastafels die niet volledig geëquipeerd waren met het materiaal dat een correcte handhygiëne mogelijk maakt. 

Ook stelde Zorginspectie vast dat het dragen van een mondneusmasker tot de normale gang van zaken behoort.  Bijna alle medewerkers droegen het mondneusmasker correct (96 %). De basisvoorwaarden met betrekking tot handhygiëne (korte mouwen, zuivere en korte nagels, geen juwelen) werd door 85% van de medewerkers goed opgevolgd. In 70% van de voorzieningen werd vastgesteld dat medewerkers niet-steriele handschoenen wisselden na elk contact met (de omgeving van) bewoners en tussendoor de handen ontsmetten. Het toont aan dat er ook in de woonzorgcentra aandacht is voor preventieve maatregelen. Tegelijk is er ruimte voor verbetering. In 61 % van de gecontroleerde voorzieningen was er (nog) geen handalcoholgel in de onmiddellijke nabijheid van bewonerskamers of op de kamer zelf.

Bezoek

Verder stelde Zorginspectie vast dat er in nagenoeg elk woonzorgcentrum op het moment van inspectie bezoek werd toegelaten, maar dat hier steeds beperkingen aan gekoppeld werden.... Het aantal en de soort beperkingen varieerden sterk tussen de WZC onderling. Dit was ook mogelijk binnen de contouren van de richtlijnen
Doorgaans communiceerden de WZC over de bezoek- en uitgaansregeling, zij het steevast meer ten aanzien van familieleden/vertegenwoordigers dan ten aanzien van de bewoners zelf. Deze en andere resultaten zijn terug te vinden in het rapport dat beschikbaar is. 

Karine Moykens: “We blijven de woonzorgcentra ondersteunen om een goed infectiepreventiebeleid te hanteren. Daarom ook wordt het toezichtinstrument online gedeeld met de voorzieningen, zodat zij hiermee zelf aan de slag kunnen gaan. Zeker nu we versoepelingen willen toelaten en ook voor de bewoners terug naar een normaler leven gaan, is het belang van een goede naleving van de preventieve en hygiënische maatregelen nog steeds aan de orde.”

Beleidsmaatregelen

Gezien de aard en de snelheid van de pandemie liet Zorginspectie niet na tussentijds de minister, de koepels van de WZC en het agentschap Zorg en Gezondheid op de hoogte te brengen van de eerste resultaten. Op basis van de werkpunten werden onmiddellijk beleidsmaatregelen genomen. 

Wouter Beke, minister van Welzijn en Volksgezondheid: “In onze woonzorgcentra verblijven mensen met de meest kwetsbare algemene gezondheid en een zeer grote gevoeligheid voor diverse infectieziekten. Bovendien is er – en op psychosociaal vlak gelukkig maar - vaak een intense interactie tussen de bewoners onderling, en tussen bewoners en personeel. Het is een thuisvervangende omgeving, waar huiselijkheid en gezelligheid belangrijke kenmerken zijn. Maar het voorbije jaar heeft geleerd dat infectieziektepreventie zeer belangrijk is. Er zijn daarom ook middelen vrijgemaakt om een noodzakelijke cultuurverandering rond preventie in onze woonzorgcentra verder uit te werken. Sinds 18 januari is er ook een online e-learning module over infectiepreventie waarop alle personeelsleden uit collectiviteiten of in de thuiszorg hun kennis over infectiepreventie permanent kunnen updaten en actueel houden.”

Joris Moonens, Agentschap Zorg en Gezondheid: “Naast de teams die wij naar woonzorgcentra sturen voor ondersteuning bij een uitbraak,  beschikken we sinds september over mobiele teams die opleidingen over infectieziektepreventie geven aan personeelsleden van de woonzorgcentra, bijvoorbeeld na signaal van Zorginspectie. Intussen zijn zo al ongeveer 490 opleidingen georganiseerd en staan er nog zo’n 370 gepland tot mei. Tijdens die opleidingen komen uiteenlopende thema’s aan bod, van het gebruik van beschermingsmaterialen tot het belang van handhygiëne en andere principes. Ook na de COVID-19 blijft infectieziektepreventie uitermate belangrijk in de woonzorgcentra. De Vlaamse Regering heeft daarom middelen vrijgemaakt voor een begeleidingstraject handhygiëne en infectiepreventie. Coaches zetten dit jaar in op kennisopbouw en delen van ervaringen en goede praktijken en bereiden beleidsaanbevelingen voor die bijvoorbeeld kunnen leiden tot aanpassingen aan de regelgeving.”