welzijn & zorg

Brug naar de buitenwereld

Buddyproject opent de wereld voor psychisch kwetsbaren
2.10.2018
Foto's
Jan Locus

Het Buddyproject vormt duo’s van psychisch kwetsbare deelnemers en vrijwilligers. Die duo’s doen samen wat ze graag doen. Dat kan wandelen zijn, winkelen, naar de film gaan of een koffietje drinken. Als het maar leuk is en het sociaal isolement van de deelnemers doorbreekt.  

(Dit artikel verscheen eerder al in Weliswaar nr. 94.)

Annelies Vanlangenaeker is coördinator voor het Buddyproject in Zuid-Limburg. Zij startte verschillende acties om het project bekend te maken en om deelnemers en vrijwilligers te vinden. Deelnemers zijn makkelijk te vinden. Maar de vraag is groter dan het aanbod: naar vrijwilligers moet harder gezocht worden. Monique S. en Monique G. – toeval of voorbestemd? – werden vlak voor de zomer van 2009 een duo. 
Vrijwilliger Monique G. was met haar dochter onderweg voor een dagje winkelen toen ze in het station een foldertje over het Buddyproject in haar handen gestopt kreeg. Ze bleef meteen staan voor meer uitleg, terwijl haar dochter aan haar mouw stond te trekken omdat ze de bus niet mochten missen. “Diezelfde avond ben ik het Buddyproject op internet gaan opzoeken”, vertelt Monique G. “Het boeide me wel. Ik had altijd voltijds gewerkt en was net met brugpensioen, dus ik had zeker tijd om buddy te worden. Kort daarna heb ik een afspraak gemaakt met Annelies voor een gesprek.” Monique S. was op dat moment in begeleiding bij het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg in Hasselt. Haar begeleidster vroeg of zij ook niet geïnteresseerd was. Zo kwam ook Monique S. in contact met Annelies. Maar Annelies koppelt duo’s niet zomaar. “Ik moet het gevoel hebben dat ze het goed met elkaar kunnen vinden”, zegt Annelies. “En dat gevoel had ik meteen bij ‘de Moniqueskes’.”
Koffie en kleine dingen 
Annelies herinnert zich uit het eerste gesprek met Monique S. dat ze liefst een buddy had die kon helpen met praktische zaken zoals boodschappen doen en bankzaken regelen. Annelies voelt aan dat dat idee veranderd is sinds ze een duo zijn: “Ik heb het idee dat je nu ook houdt van de gezelligheid, de warmte, een babbel, een lach en een traan, een kopje koffie...” “We drinken allebei graag een kopje koffie”, lachen de Moniqueskes samen. “Dat is het eerste wat we doen als we op maandagochtend samenkomen.” “Het zit hem dus in de kleine dingen”, legt Annelies uit. “Het bijzondere is het individuele. Jouw buddy is er enkel en alleen voor jou.” “Ik kijk telkens heel erg uit naar dat moment”, bekent Monique G. “Oef, wat een opluchting!”, zucht Monique S. gespeeld. Iedereen lacht.

Contact met contract 
Dat klinkt allemaal heel gezellig, maar zijn er dan geen verwachtingen waar de buddy’s rekening mee moeten houden? Annelies: “We stellen wel een klein contractje op. In het contract wordt ook afgesproken hoe vaak ze elkaar zullen zien en welke activiteiten tot de mogelijkheden behoren. We vragen van de buddy om drie keer per jaar iets van zich laten horen, per mail, telefonisch of tijdens een intervisiemoment. Er is ook een duo geweest waarbij de vrijwilliger ooit een alcoholprobleem had gehad. In hun contract werd opgenomen dat er tijdens hun ontmoetingen niemand alcohol zou drinken.”  
Iedereen kan Buddy worden. Je hebt geen voorkennis of diploma nodig. “Het is geen hulpverlening”, benadrukt Annelies. “Onze buddy’s zijn een zeer diverse groep: We hebben gepensioneerden onder onze buddy’s, studenten, en ook mensen die op een of andere manier ervaring hebben met geestelijke gezongheidszorg . Volgens Annelies denkt de sociale hulpverlening te vaak in termen van problemen. Het Buddyproject gaat daar tegenin en gaat kijken wat er wél nog lukt. Annelies geeft een voorbeeld: “Lukt het nog om elke dag een blokje rond te gaan met je hond? Dan willen wij dat in de kijker zetten, en misschien is het wel leuk om dat samen met een vrijwilliger te doen.”  
Vanzelfsprekende vriendschap? 
Sinds kort verblijft Monique S. opnieuw in een psychiatrisch zorgcentrum. Toch blijft Monique G. haar buddy opzoeken. ‘Dat vind ik echt heel mooi van haar’, zegt Monique S. “Voor mij is dat heel normaal”, antwoordt Monique G. Zij heeft echt het gevoel dat ze er een vriendin bij heeft. “En ik laat die vriendin niet in de steek omdat ze opnieuw in het zorgcentrum terechtgekomen is. Ik verplaats me met het openbaar vervoer, en dat is niet altijd even evident in de winter: het is dan donker, het sneeuwt en het regent. Maar ik doe mijn best om er altijd te geraken.”  
Annelies ziet buddy’s vaak starten met het idee dat ze iets goed willen doen voor iemand anders, uit idealisme. Maar de vriendschap bij de Moniqueskes komt van beide kanten. “Het is tweerichtingsverkeer: ook de vrijwilliger kijkt uit naar de ontmoetingen”, merkt Annelies op. “Zo blijf je het ook volhouden.” Monique G. zegt dat ze het fijn vindt dat de uitstapjes Monique S. deugd doen. “En de uitstapjes doen mij ook altijd deugd, omdat zij zo rustig is”, vertelt Monique G. “Ik ben soms wat zenuwachtig, maar bij Monique S. kom ik tot rust. Ik ben graag bij haar, en zij ook bij mij. De bezoekjes zijn voor mij geen opgave.” Monique S. was nochtans bang dat Monique G. haar niet meer zou komen bezoeken nu ze weer in het zorgcentrum verblijft. Het zorgcentrum ligt immers wat verder van Monique G. haar woonplaats af. “Ik was even bang dat ze me een andere buddy zouden toewijzen”, zegt Monique S. Maar dat zou Monique G. nooit toelaten: “Ik heb meteen gezegd: afblijven van mijn buddy!” (lachen allemaal) 

www.buddyproject.be