welzijn & zorg

Aan tafel!

Brussel in beweging door dialoog
26.10.2015
Foto's
Brussel in dialoog

Tijdens de Week van de Dialoog (12 tot 18 oktober 2015) gingen mensen die elkaar voor het eerst ontmoetten rond de tafel zitten. In de Albertinabibliotheek is het verbindende element Brussel. Het Atomium, het bloementapijt op de grote markt, parken en pleinen, winkels en gezelligheid, verborgen plekjes en een hoop boeiende mensen. Genoeg stof voor een boeiend gesprek.

De ontmoeting

Negen onbekenden krijgen een plaatsje rond een tafel op de vijfde verdieping van de Koninklijke Bibliotheek Albertina. Naast een kopje koffie krijgen ze enkele instructies voor de komende twee uur. “We gaan vandaag niet in debat”, klinkt het. “De kunst van de dialoog bestaat erin dat we actief luisteren. Het verhaal van de andere is belangrijk en er is ruimte voor iedereen om zijn of haar mening te uiten. Het gaat niet om je gelijk halen of mensen overtuigen, maar om de uitwisseling van ervaringen en ideeën te bevorderen.”

Dialoog is niet gelijk aan debat, actief luisteren staat centraal

Sebastien de Fooz, projectcoördinator van de Brusselse dialoogweek legt uit: “Deze week brengen we samen met een 70-tal plaatselijke partners, mensen met verschillende achtergronden en interesses rond de tafel. Brussel in Dialoog gaat om beleving en onwaarschijnlijke ontmoetingen mogelijk maken. We brengen onbekenden bij elkaar en kijken wat er gebeurt als ze naar elkaars verhaal luisteren. Dat doen we op verschillende ongebruikelijke of minder gekende plaatsen in Brussel. Als we mensen tegelijk kunnen laten kennismaken met nieuwe mensen, instanties, gebouwen of werkingen, is deze edities opnieuw meer dan geslaagd. Zo zijn er dit jaar dialoogtafels in de senaat, kerken, moskeeën, gemeenschapscentra ook buurthuizen, senioren- en jongerenwerkingen, overheidsinstanties en zelforganisaties enzovoort. Buurtbewoners weten in veel gevallen niet wat er in die gebouwen gebeurt, het is een kans om achter de schermen gaan kijken. Door transparantie te creëren, kan de perceptie veranderen. Door dat tipje van de sluier op te lichten hopen we nieuwsgierigheid te scheppen naar andere mensen en diensten in onze eigen stad.”

Chimène en de andere dialoogbegeleiders gebruiken een eenvoudige techniek om de dialoog op gang te brengen. Die techniek krijgen ze aangeleerd tijdens meerdere vormingsdagen. Dat zorgt ervoor dat ze een zeker inzicht in groepsdynamiek hebben en kunnen omgaan met stress en eventueel agressie.

De dialoogtechniek bestaat uit 4 stappen: kennismaken, ervaringen delen, dromen en doen. De Fooz: “Het is geen moeilijke discipline maar er is een zekere subtiliteit nodig om mensen die elkaar niet kennen op een open manier met elkaar in dialoog te laten treden. Je wil een zekere drive in een groep brengen.”

Chimène start de dialoog met een leeg bord voor zich. “Als kind keek ik uit naar de momenten waarop we met de hele familie rond de tafel gingen zitten en een groot bord couscous deelden. Voor mij is er niets lekkerder of gezelliger.” Het bord gaat de kring rond en al snel merkt de groep dat ze te maken hebben met verschillende smaken, voorkeuren en gedachten.

Ieder zijn verhaal

Elkaars lievelingsgerecht leren kennen is een ding, je mening in de groep gooien over zwaardere thema’s is al iets moeilijker. Het onderwerp tijdens deze sessies moet dan ook breed genoeg zijn én gelinkt zijn aan Brussel. Het is een invalshoek om in de dialoog te starten. “Dat werkt beter aan de hand van persoonlijke ervaringen. Die zijn voor iedereen herkenbaar, ook al is men het niet altijd eens met andere gesprekspartners,” zegt Sebastien de Fooz.

Aan onze tafel gaat het al snel over Brussel in beweging, niet toevallig de slogan van deze editie. Het ligt voor de hand dat mensen de link met mobiliteit leggen. Brussel heeft een fileprobleem, de bussen raken niet vooruit en de trams zitten overvol. Toch brengt de dialoog naar voren dat ook pendelaars van het platteland dezelfde grieven hebben. Iedereen is lang onderweg naar het werk of de school. Dat werkt verbindend.

Beweging doet ook denken aan de vele mensen die Brussel rijk is. Vele mensen, maar ook vele culturen, talen en gewoonten. Fatma woont graag in Brussel en bewondert de veelzijdigheid ervan, maar heeft een hekel aan mensen zonder respect voor hun omgeving. “Het gebeurt bijna dagelijks dat ik papier en afval opruim in onze straat. Onze wijken proper houden zou voor alle Brusselaars prioritair moeten zijn.”

Het ideale Brussel

In een derde stap moedigen de dialoogbegeleiders de gesprekspartners aan om te dromen over hun Brussel. We hebben al gehoord wat er goed en slecht loopt, maar wat kan beter?

Er wordt aan tafel gedroomd over fietspaden, meer parken en groen, alle zondagen autovrij en een schone lucht om in te ademen. In het ideale Brussel is er voor ieder wat wils en zeggen alle mensen vriendelijk goeiedag, in gelijk welke taal.

Tijd voor actie

Maar wat schieten we op met deze dialoog en al dat dromen van een betere wereld? De organisatoren van Brussel in Dialoog geloven dat je tegen het einde van sessie zin hebt om samen iets te doen, tot actie over te gaan om samen te werken aan dat ideale Brussel. Uit eerdere edities blijkt dat er wel degelijk projecten opgestart worden. Dat gaat van kleine initiatieven van buurtbewoners om hun buren te leren kennen tot integratietrajecten in musea om kunst voor iedereen toegankelijk te maken.

De Fooz: “Wat er nadien nog van voortkomt is interessant om te weten, maar dat controleert onze organisatie niet. De spontaniteit mag niet beperkt worden door een controle, rapport of evaluatie. Organisaties met verschillende doelgroepen brengen een bepaald publiek mee en dat leidt tot verscheidenheid, schept idealiter sociale cohesie via de ontmoetingservaring op een specifieke plek. Door een verantwoordelijkheidsgevoel op te wekken zou de participatie stijgen. Na twee uur dialoog zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat je tot actie wil overgaan om iets positiefs te ondernemen voor de straat, Brussel of je medemens.”

http://www.brusselindialoog.eu/

Regionaal integratiecentrum Foyer

De eerste Dag van de Dialoog werd in 2001 in Rotterdam opgezet, niet toevallig net na de terreur in New York. “Kan dat overal zomaar gebeuren?”, vroeg men zich af. Om gemeenschappen en mensen dichter bij elkaar te brengen, wou men werk maken van sociale cohesie door dialoog. Waar debat en discussie de maatschappij polariseren, zorgen dialoog en luisterbereidheid voor meer onderling begrip. In 2007 nam regionaal integratiecentrum Foyer het initiatief om Dag van de Dialoog in Brussel op te starten. Ondertussen werd dat dus al de Week van de Dialoog en nemen er meer dan 600 mensen en bijna 100 organisaties aan deel.